banner
mrt 4, 2015
2153 Views

Maar me kind Gods toch!

Written by

Gemak voor eere, zei de vint, en è reed terikke op ze zwijn deur de markt.
Hoe meer volk hoe meer neringe, zei Uilenspiegel en é zette z’n kraam in è fruttenierenest
Ha maar me kind Gods, zei Bogaert tegen z’n hoendje, je zijt gelukkiger of ik, je moe’ gij niet te biechte gaan.

banner

Een uil, (en nu?), zei Mote, en è schoot è kraaie.

Gemak voor eere, zei de vint, en è reed terikke op ze zwijn deur de markt.

Hoe meer volk hoe meer neringe, zei Uilenspiegel en é zette z’n kraam in è fruttenierenest

Ha maar me kind Gods, zei Bogaert tegen z’n hoendje, je zijt gelukkiger of ik, je moe’ gij niet te biechte gaan.

Quatre is viere, zei de Wale, en è stak ze wuuf bij drie oude hennen.

Alle gaten trekken, zei ’t wuuf, en ze smeet de schapradeure toe.

‘k Zijn hertelijk gèspijzigd van den Heere, zei de pater. Ja-je, zei de boerinne, van m’n broodkant.

Zie je daar die waterhoendiges? (waterhondjes = waterwolkjes). Waarom geen bierhoendiges, zei Djake, en è was altijd versteven van den dorst.

Dat is entwat te zeggen, zei ’t wuuf, è kind zonder hoofd, je weet zuiveruit nie’ alwaar pap geven.

Al die uit ’t Oosten komt deugt niet, zei de vint, en è was (g)ètrouwd met een Oostersche.

.

.

A.B. Stavele in Biekorf jaar 1933

Article Tags:
· · · · · · ·
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *