banner
Jul 1, 2016
2561 Views

Al is de bruid scheel, mank of krom

Written by

Is de vrijster stug, nog wordt ze wel de bruid, maar wil de vrijer niet, zo is de vriendschap uit.
Alle dingen zijn wel: heeft het lief geen geel baar, zij heeft geel vel.
Als de bruid is aan den man, Dan wil elk eran.
Als de bruid is in de schuit, dan is het pronken uit.

banner

Is de vrijster stug, nog wordt ze wel de bruid, maar wil de vrijer niet, zo is de vriendschap uit.

Als de bruid is aan de man, dan wil elk eraan.

Als de bruid is in de schuit, dan is het pronken uit.

Als de bruid is in de schuit, dan zijn de beloften uit.

Bruid! bruid! Jouw goede dagen zijn nu uit.

De bruid is goed, valt haar slechts één goed man.

De bruid is ’t allerliefst in ’t hemd.

De bruidsdagen zijn voorbij.

De bruid was een hoer.

De bruid wilde vermeerderd zijn en zij pieste in de kerk.

De zalige bruid valt de regen in den schoot.

Die geldeloos en weeldeloos is, wat doet hij met de bruid?

Die het geluk heeft, leidt de bruid ter kerk.

Die slaperig is, wat doet hij bij de bruid?

Een bedroefde bruid maakt eene blijde vrouw.

Een bruid gaan zoenen.

Een naakte bruid is ongemankt.

Een naakte bruid werd zelden wel gekleed.

Een schone bruid is haast gepareerd.

Een lelijke bruid behoeft veel opschik.

Een schroomvallig hart won nooit eene schone bruid.

Elk heeft zijn bruidje lief, elk haar bruidegom, al is de ene scheel en de ander mank en krom.

Elk meent, dat zijn lief of zijn bruid de schoonste is.

‘Gaat het nog al niet wel voor de eerste reis?’, vroeg de bruidegom aan de bruid.

Het is al van liefde, zei Lillekomdijne en hij kuste hij het paard voor de aars, daar de bruid op zat.

Het is de schoonste bruid niet, die meest opgesmukt is.

Het is te vergeefs gepijpt, als de bruid niet dansen wil.

Het is ver van lachen zei de bruid, en ze begon te schreien.

Ieder streelt zijn bruid op zijn wijze.

Ik zal u eens weer bedienen, zo gij de bruid of bruidegom zijt.

Laat elk zijn bruid, en mij de mijne.

Liever bij de wijnkan, dan bij de bruid gezeten: U wel te kussen, en mij wel te eten.

Men kan wel dansen, al is het niet met de bruid.

Men trouwt de bruid, zo als ze is.

Men ziet aan den bruidleider wel wat bruid het is.

Met een man mag men loven, maar met een bruid mag men geven.

Niet de bijslaap, maar ’t besluit maakt van een lieve maagd de bruid.

Onwillige bruiden is kwaad dansen te leren.

Op bruids tranen gaan (bruids tranen drinken).

Ruim op, de bruid komt.

Te bed best, zei de bruid, en zij was aan de haard vergeten.

Zij heeft de bruidsrok aan.

Ze is uitgedost alsof ze de bruid was.

Zij is de bruid, waarom gedanst wordt.

Zoveel te erger is ’t, dat de bruid schorftig is, en ook luttel heeft.

Uit ‘Het Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal’ van 1858

Article Tags:
· · · · · · · · · · · · · ·
Article Categories:
Verweerde spreekwoorden
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *