Een goê honderd jaar geleden woonden aldaar twee brave mensen: Pieter Gezelle en Monica Devrieze, die op 1 mei 1830 van den lieve Heer een wonderkind kregen, Guido Gezelle.
Wanneer Mommolien, Berten en Ebertram hun klooster van Luxeuil (Haute Saone, Frankrijk) verlieten om Omaars te gaan helpen in het prediken van het evangelie aan de Morinen, kregen zij van deze het goed Sithiu toegewezen, dat Adroald aan Omaars geschonken had.
Naast de handel aan huis, heeft te Roeselare in alle tijden ook een bloeiende leurhandel bestaan, waarbij de koopwaar langs de straat, van huis tot huis, werd aangeboden. Blijkens het ‘Register Protocol’ werden de huizen in de 18de eeuw door tientallen rondventers bezocht.
Mijn vader werd geboren te Zonnebeke in 1844. Hij ging naar school, als men dit zo mocht noemen, tot aan zijn elf jaren. Dus tot na zijn eerste communie. Hij kon dan een weinig in de gazet lezen en wat schrijven zoals men sprak.
Het heeft heel wat moeite en discussies gevergd om het eens te worden over het huidige tracé van de Eikhoekstraat. In de periode van 1840-1850 werden de plannen ontworpen voor het plaveien van een straat die Poperinge met Oostvleteren zou verbinden. Laten we eerst eens bekijken hoe de toestand dan was.
Jacques de Châtillon hield, de donderdag aanstonds na zjjn intrede, een prachtig avondmaal met kanselier Pierre Flotte, – deze van wie Paus Bonifacius gezegd heeft dat hjj een Belial was, – en de bijzonderste baanderheren die hem vergezeld hadden. Men kwam hem zeggen, dat er iets ging gebeuren; maar hij durfde niets openbaren.
Emmeric Vandecasteele, een landbouwersarbeider uit Woesten, probeerde af en toe een haas of konijn stilletjes naar de andere wereld te helpen.
Nu volgen eenige regels, hoe men zig aen de taefel behoort te draegen.
Om de oorsprong van de prochie van Stade te vinden en is het niet noodig hoger op te klimmen in de tijdrekening, als tot het einde van de jaren achthonderd.
De betrekkingen tussen Engeland en de havens van het Zwin waren zeer talrijk in de 13de eeuw. Het was vooral wol die door de Vlaamse schepen uit Engeland ingevoerd werd.
Een paar huizen voorbij ’t onzent woonde in mijn kinderjaren Tjeppen Bruloot, nog een ver verwant van moeder. De commerciële geest zat er bij Tjeppen van jongsaf in, maar de geldelijke middelen ontbraken.
In de loop van de 13de eeuw is de stad Brugge een handelscentrum geworden van internationaal belang, maar het is vooral op het einde van die eeuw dat de stad het toppunt van haar macht heeft bereikt.
Hutsepot is een oude Nederlands woord dat uit onze taal door andere talen werd overgenomen. In het Frans luidt het ‘hochepot’, in het Engels ‘hodgepodge’. De oudste, echte hutsepot wordt volgens A. Lowyck gemaakt met aardappelen, opstijvende rapen en zwijnen-of schapenvlees.
De 14de juli van 1537 had de Raad van Vlaanderen te Gent uitspraak te doen over een geschil, opgerezen tussen de schepenen van Ieper en de lakenhandelaar Pieter Van Aelst. Deze laatste had enige jaren te voren aan de Spanjaard Pedro de Médalie een stuk laken verkocht van de soort, genaamd ‘Thune’, waaraan Van Aelst naar het schijnt valse loodjes had laten hechten.
Tot eenen pot melckx, neempt acht doyeren van eyeren, cleyn gheclopt, twee oncen blomme van rys, ses oncen suycker, vant beste, ende als sy ghesoden is, ende in schotelen gerecht, mach mense bestroyen met fyn suycker.
Alzo ter kennis van mijne heren van ’t magistraat van deze stede en jurisdictie gekomen is;
dat de klokluiders van de parochiale kerk van Sint-Bertijns zich hier
bezig houden en het bezondigen
om te pissen en hun vuiligheid te maken
(Nooit en had men zulke regen gezien!) Hij duurde tot drie uur na de noen zonder ophouden, maar dan heeft het wat beginnen te minderen en men zag tot Vlamertinge na het eindigen van de vespers, het water aankomen over de velden, weiden en hagen, met zo een gedruis dat het een bangelijk was om horen en zien als de eerste stroom aankwam, die kwam meer dan 4 voeten met de eerste dikke en het groeide gedurig aan tot omtrent om 4 uur in de achternoen, wanneer het heeft beginnen te vallen, dit water kwam aangedreven met groot geweld dat de huizen al doorliep; muren, galenten zijn ter aarde neergeveld.
Een oude legende uit Normandië verhaalt: ‘Adam at een stuk appel, maar hij had meteen een voorgevoel, begreep zijn ijselijke misdaad en was dan ook met zulke vrees bevangen, dat het stuk appel in zijn keel bleef steken.
Ge gaat door de Rijselse Poort te Ieper en weldra brengt de baan u in brede bochten voorbij de Britse militaire begraafplaats ‘Bedford House Cemetery’, en over de onvoltooide vaart naar Komen, op het gehucht St.-Elooi dat tot Voormezele behoort.
Jan, heer van Dadizele, was geboren in 1432. Als hij 9 jaar oud was, verloor hij zijn vader en werd aan de schoolmeester Jan Pochon toevertrouwd, met wie hij vier jaar te Rijsel en twee jaar te Atrecht woonde.
Wat moet ons dorp Vlamertinge in die tijd geleden hebben! Wegens de ligging langs een grote weg, die men in die tijd als strategisch kon beschouwen moet het dorp vreselijk behandeld zijn geweest.
Na een lange sneeuw- of vorstperiode is de dooi welkom: “me liggen met den dooi”. Maar dat kan ook ironisch in de zomer worden gezegd, om op het minder welkome van de regen te wijzen. De vieze papperige brij van half gesmolten sneeuw doet ons van “ne vuilen dooi” spreken, maar als de dooi zich niet doorzet, hebben we het over “nen (h)alven dooi”. Immers, “nen dooi zonder regen en win(d), en e(s) nie weer(d) dat ie begin(t)”.
Iedere man die trouwen wil, moet zich de volgende vragen stellen:
Die scheldwoorden deden de mate overloopen. De getarte landbouwer sprong op den amman toe, doch Malin de Cueninck kon hem vastgrijpen. Een slag op het hoofd van dezen laatste maakte den weerhoudene vrij, die opnieuw den amman te lijf wilde. Een tweede maal werd hij vastgegrepen. Met stampen en slaan ontwrong hij zich uit de handen van de Cueninck, en vloog als een waanzinnige zijn huis binnen.
Tijdens het lezen van een tekst van een oud marktlied ging zoals wel meer gebeurt mijn brein aan het stomen. Het ging over een man uit Poperinge die laffelijk werd vermoord op de weg tussen Poperinge en Ieper. Het verhaal had ik nog ergens gehoord. Daar ik in Vlamertinge woon, sprak het me des te meer aan. Ik ging te rade bij mijn buurvrouw die reeds een gezegende leeftijd heeft en die nogal nou betrokken is bij alles wat gebeurt in het dorp, het is ook een echte ‘Vlamertingenege’ zoals wij hier zeggen.
En waar men spreekt van: ‘nog dommer of Moncarey’s muil’ is dat niet dommer of niet slimmer dan eender welke muil van eender welke molenaar.
Een belangrijke stof in de geschiedenis, ’t is de uitoefening van het gerecht. In de geschiedenis van Moeskroen hebben wij dit punt breedvoerig behandeld en wij hebben een groot getal vonnissen aangehaald. Hier zullen we enige der rechterlijke uitspraken voorstellen, die wij hebben kunnen vinden.
We zeggen zo dikkers :
we gaan dat ton doen.
Maar ton …
’t Raakt vergeten
en verloren
in oes dagelijks doen.
Poperinge voor de Franse revolutie Tijdens het bewind van keizerin Maria-Theresia werd voor gans het […]