2 januari 1915, zaterdag. – Nog al veel geschut in de nacht. Bommen voort rond de vijver en rond de Krommen Elst. Daar wordt de bakkerij ingeslagen en andere huizen zeer beschadigd. Het Duitse kanon is vandaag zeer geweldig.
1915
1 januari, vrijdag. – Droevig nieuwjaar in de oorlog. Ook de lste vrijdag. 100 communies. Redelijk geschut in de voormiddag en zeer geweldig in de namiddag. Grote bommen vallen in de voormiddag tussen vijver en kerk. Om 11 uur brandt het hof van Jules Goudeseune van Kemmel juist over de vijver. De oorzaak is onbekend ofwel door de bommen in brand geschoten ofwel door de onvoorzichtigheid van de soldaten. Het laatste is het waarschijnlijkste. De bewoners waren juist een paar uren weg, en het huis was vol soldaten en geen waren gekwetst, hetgeen omtrent onmogelijk had geweest in geval van bombardement. Men kan weinig bemerken dat het Nieuwjaar is.
2 januari, zaterdag. – Nog al veel geschut in de nacht. Bommen voort rond de vijver en rond de Krommen Elst. Daar wordt de bakkerij ingeslagen en andere huizen zeer beschadigd. Het Duitse kanon is vandaag zeer geweldig.
3 januari, zondag. – 150 communies. Redelijk geschut. 9 uur soldatenmis met prachtig sermoen, ook sermoen in de vespers om 2 l/2 uur.
4 januari, maandag. – In de voormiddag doe ik een berechting in de Krommenelsstreek. De Franse kanons schieten geweldig boven mijn hoofd. Nauwelijks ben ik weg of de Duitsers beginnen er te bombarderen en het huis van Jules Odent nevens de zieke wordt ingeslagen en een persoon gekwetst. Ik heb gezien dat er reeds veel bommen gevallen zijn in de weide voor de Krommenelst. Alle dage komt men nu naar Dikkebus met den ‘Nord Maritime’ van Duinkerke. Die gazet staat weinig aan omdat er te veel bluf in staat. Er wordt wijn verkocht te minsten in 30 plaatsen. Het is verschrikkelijk nat en vuil.
5 januari, dinsdag. – Weinig Frans geschut. De Franse genie doet een proef met handbommen (grenades) welke zij werpen op 30 of 50 meter. Het is iets dat welhaast zal gemeen worden maar nu nog zeldzaam. Het volk de ontploffingen horende is bevreesd denkende dat het vijandelijke bommen zijn. Maar weldra weten ze wat er aan de hand is.
6 januari, woensdag. – Driekoningendag. 50 communies. Gisterennamiddag kwamen hier enige Engelse autobussen toe. Het waren de eerste Engelse die kwamen de Franse vervangen. Vier Engelse officieren hebben bij mij gelogeerd. Zij waren van het leger van Canada. In de avond trekt reeds veel Engels voetvolk naar de tranchées. Het zijn verse troepen en zij weten nog van de vermoeienissen niet te spreken. Ze trekken op, flink op stap en al schuifelen.
De Franse kanons hebben van heel de dag niet geschoten. Rond 4 uur vallen eenige bommen tot 300 meters van de pastorie. Rond het Hallebast hebben Belgische soldaten een bom willen losvijzen die niet ontploft was, maar deze is al met eens ontploft en heeft een soldaat gedood en 2 gekwetst. Het is streng verboden aan de soldaten van aan zulke bommen te werken.
7 januari, donderdag. – In de nacht nogal veel Engels voetvolk naar de tranchées. De Engelse étatmajor heeft zich geïnstalleerd in het huis van Mr Thevelin. Reeds veel Fransen zijn vertrokken. De ambulance van de 31-ste divisie vertrekt. De Belgen moeten de pastorie verlaten voor de Engelsen. De Engelsen zijn niet aangenaam om logeren. Zij lopen veel over en het weer en gaan laat naar bed, maar blijven lang slapen. De Fransen gingen vroeger slapen en waren vroeger op. Weinig geschut.
8 januari, vrijdag. – Nu zijn er hier vele Schotten (Highlanders). Geen Franse priesters meer en weinig Franse soldaten. De Engelsen hebben reeds veel van hunne kanonnen geplaatst omtrent op dezelfde plaatsen waar de Franse stonden. Al sedert verscheidene dagen hoort men omtrent geen geweergeschut meer. Er zijn ook maar weinig gekwetsten meer. Het is de 27ste divisie van het Engels leger die hier toegekomen is.
9 januari, zaterdag. – Er zijn nog Fransen aan de verste kant van de plaats te beginnen over de knechtenschool en ook op de hofsteden langs den kant van Vlamertinge. Al den Krommen Elst zijn er geen mensen meer thuis. Verscheidene huizen zijn er gebombardeerd. Met de avond is het dorp geprest vol Engelsen. Ze liggen gelijk de haringen in de tonne. Protestants Engels officier begraven op het ongewijd hoekske.
10 januari, zondag. – Vandage bineere ik voor de eerste maal doordien er geen andere priesters meer zijn. Dat zal mij nu omtrent alle zondagen gebeuren. Weinig soldaten in de mis, enige Fransen en een tiental Engelsen. In de namiddag vallen een 15-tal bommen, enige in de vijver en enige langs deze kant.
11 januari, maandag. – Alle dagen uitnemend slecht weder. De kleren van de Engelse soldaten wanneer ze toekwamen zeer proper, gelijken dezelfde niet meer wanneer zij terugkomen van de tranchées. Ik bemerk dat de gezondheidstoestand van de Fransen in het algemeen beter is dan deze van de Engelsen. Vele Engelsen hoesten.
12 januari, dinsdag. – In mijn huis logeert een katholiek Iers aalmoezenier-redemptorist: Vader Keam. Een regiment Ierlanders is hier in de nacht toegekomen. Meestal de troepen zijn uit de kolonies. Een Engels aalmoezenier komt hier biecht horen van 10 uur tot 2 1/2 uur gedurig en vertrekt daarna naar Westouter. Hij legt zijn draagaltaar in mijn huis. Weinig kanongeschut.
13 januari, woensdag. – Vandaag worden al de mensen die wonen langs de linkerkant van de kalsijde Ieper-Belle vermaand dat ze hun huizen moeten verlaten en elders gaan wonen. Hallebast en burgemeester mogen blijven. Hetzelfde wordt gezegd van Ieper waar reeds de helft van de bevolking teruggekeerd is. Maar daar, door het krachtig protesteren van de burgemeester, wordt het verbod ingetrokken. het is voor ons volk van Dikkebus een droevig zaak ten volle in de winter en juist op een ogenblik dat er weinig of geen bommen bij die huizen vielen. Zo zoeken ze elders hun schuilplaats en beginnen hun verhuizing van beesten, strooi, meubels, alaam enz. Ze vinden moeilijk plaats om dat ievers te plaatsen, en kunnen niet verder dan het een en het ander te verkopen voor de eerste prijs de gereedste. En de reden van die wrede orders, het is de vrees van spionnerij. Juist gelijk de Fransen in het begin. Het is al spion dat ze zien. Vele komen voor de eerste maal naar het front, hebben nog geen ondervinding, kennen ons volk niet, zijn hun oren volgeblazen over spionnerij en het is al van spionnen dat ze dromen. De onnozelste dutsen die geen puit zouden kwaad doen en even simpel zijn van verstand worden aangehouden en tussen 2 gendarmen triomfantelijk weggeleid naar den état-major en later naar de kampcommandant om geoordeeld te worden.
Men zegt dat er telegraafdraden gebroken zijn, maar welke redenen heeft men om te denken dat het de burgers zijn? Nog een andere reden is voorzeker dat de Engelse graag zelf alleen de huizen en de stallen van de bewoners gebruiken om er alleen meester te zijn. Veel landbouwers klagen veel van de Engelsen. Ze willen dat Cyriel Lamerant, eene hofstede langs de kant van Reningelst, zijn hof verlaat. Enkel door schoon spreken en dan door hard spreken kan hij bekomen van met al zijn kinders en vluchtelingen op de voute te mogen wonen. Al het overige van zijn groot huis moet voor hun dienen. Daarbij willen zij zijn zwijnen weg hebben, omdat die beesten te veel stinken. Enkel de koeien mag hij laten om melk te verschaffen aan de soldaten. Bij Jules Delanotte gaan de soldaten regelmatig de koeien melken. Toch hebben allen zo niet te klagen. Het ligt al aan de officieren en interprêtes. Integendeel er zijn Engelse soldaten die alles gerust laten en zelfs het volk wel meedelen van het eten dat ze krijgen van het leger. De Engelse soldaten zijn wel voorzien van eten. Het komt al toe in kisten van Engeland.
Voor vlees hebben zij veel ingelegde dozen vol ossenvlees, doorgaans wat veel gezouten. Zulke dozen hebben ze in overvloed. Ze laten ze achter ten alle kante. In het begin zijn de burgers blij er een te krijgen en trachten er wat te vergaren. maar welhaast hebben ze zoveel occasie dat ze hun het oprapen niet meer waard zijn. Vele nochtans vergaren ze voort en vinden dat het een goede spijs is voor zwijnen en hennen en geven er in overvloed. Buiten hun dozenvlees hebben de Engelsen nog goed ossenvlees en ook dikwijls schapenvlees dat hier vervroren toekomt. Zij krijgen er ook meer dan genoeg. Wat het brood aangaat het is wit, wat vast en doorgaans goed, maar ze hebben er veel te weinig en zij moeten er vele kopen in de bakkerijen.
Ze hebben ook veel kaas die hun toekomt in zeer grote stukken van wel 20 kilo ieder. Hij is niet kwalijk. Ze krijgen ook gelei in overvloed, van alle soorten van fruit. Deze is zeer goed. Voor drank hebben ze veel thee. Ook vele sigaretten worden hun gegeven door het leger. Ook tabak ingeleid in dozen van 50 of 100 grammen of tabak in tabletten. Hun tabak is zeer geparfumeerd en de ene is veel beter dan de andere. In het algemeen verkies ik de Belgische maar de Engelsen willen nooit geen tabak roken die van Engeland niet komt. Het is zo met alle dingen gelijk. Maar daarmee heeft de Engelsman niet genoeg. Hij houdt veel van lekkernij en gaat er vele kopen naar de winkels: biscuits, chocolade enz. Hij drinkt weinig wijn en champagne, maar hij drinkt veel sterke dranken bijzonderlijk rhum en whisky. In het begin was er hier geen wet op en er waren vele dronkaards zowel onder de officieren als onder de simpele soldaten.
Van kleren is hij zeer wel voorzien, heeft een impermeable, laarzen tot aan de knieën, al van een stuk zelfs soms tot aan den spriet, heeft een vellen vest, goeden baai enz. Onder dat opzicht kan er niemand verbeterd worden.
Wat de paarden aangaat, deze zijn zeer wel, ook zijn zij nog fris en hebben de vermoeienissen niet uitgestaan van de Fransen. Vooral het alaam is uitmuntend, kloek en gerievig. Het leger beschikt over zeer vele auto’s. Het rode kruis gebruikt voor het vervoer van de gekwetsten niets anders dan auto’s.
14 januari, donderdag. – Wat meer geschut dan de vorige dagen. Bijna al de Franse kanonnen zijn vervangen door Engelse. Droevig nieuws. Rond dertiendag is mijnheer Reynaert, onderpastoor van West-Nieuwkerke, door een bom doodgeslagen terwijl hij van het klooster huiswaarts ging.
15 januari, vrijdag. – Redelijk geschut in de ochtend. Door de veldwachter wordt het volgende bevel afgekondigd: vanwege de Engelsen état-major
1) Alle bewoners van te lande links van de kalsijde Ieper-Belle moeten hun huizen verlaten.
2) Ieder hoofd van huis moet naar het gemeentehuis de personen aangeven die bij hem inwonen.
3) Alle vluchtelingen moeten weg uitgenomen de familieleden in eerste graad en voor wiens onderhoud en eerlijkheid het hoofd borg staat. Alle anderen moeten weg en zullen zondag om 8 uur vergaderd zijn voor het kerkplein.
4) Na 7 uur niemand meer op straat.
5) Wie naar andere gemeenten wil gaan heeft een laisser-passer nodig. Deze moet ’s avonds voordien om 4 uur door de gemeenteoverheid afgeleverd worden en goedgekeurd door état-major.
6) Niemand mag zich begeven in de streek waar de bewoners weg zijn of riskeert van doodgeschoten te worden.
16 januari, zaterdag. – Velen gaan naar het gemeentehuis om hun huishouden aan te geven. Men kan het werk niet effenaan doen. Vele gejammer en geween onder de vluchtelingen die weg moeten. De Engelse kanons schieten weinig, de Duitse meer. In den namiddag wordt een hof in brand geschoten te Kemmel bij de brouwerij van Dambre.
17 januari, zondag. – 2 missen – 100 communies. 40 Fransen in hoogmis, enige Engelsen. In de knechtenschool is geestelijke vergadering voor de protestanten. Er is ook zondagdienst in de weide bachten mijn huis door presbyteriaanse aalmoezenier. 70 zijn tegenwoordig en zingen er. Deze almoezenier is in mijn huis gelogeerd.
Wat den godsdienst van de Engelsen aangaat: de Ieren zijn voor 9/10 katholiek. De Engelsen 1/7 katholiek en de Schotten een weinig meer. De meestendeel van die laatsten zijn Ieren die Engeland of Schotland bewonen. Bijna alle officieren zijn protestant, nochtans heb ik verscheidene katholieken tegengekomen, zelfs in juli 2 generaals. Onder de Canadezen zijn wel 1/3 katholiek meest van Ierse of Franse families.
Er zijn almoezeniers in evenredigheid van het geta1 van hun geloofsgenoten. Bijgevolg verre minst katholieken. Ze zijn gekleed zoals de officieren, uitgenomen dat ze 2 zwarte galons op de schouders hebben. Niets onderscheidt in hun kleedij de katholieken bij de protestanten. Meest alle katholieken dragen den roomse col, maar er zijn uitzonderingen. Onder de protestanten zijn er zoveel niet die de col dragen, maar wel de helft draagt hem. De protestantse almoezeniers hebben een schoon leven en gaan nooit naar de tranchées. De katholieken hebben het gelijk ze het willen oppakken. Ik heb er gekend die zeer vele wrochten gedurig bij de gekwetsen in ambulancen en tranchées en velen zorgden om de soldaten tot de mis en Sacramenten te krijgen en regelmatig sermoenen hielden; zoals de jesuit pater Gill van de 5de divisie. Ik heb er integendeel ook gekend die het zeer op hun gemak namen.
Onder de katholieken zijn er van soorten. Sommige zeer godvruchtig en men ziet ze in de kerk zo dikwijls mogelijk. Anderen integendeel hebben lange jaren in de vergetelheid geleefd van hun christelijke plichten, maar nu met de oorlog volgen zij het voorbeeld van de andere soldaten en gaan ook te biechten en naar de mis. Iets wat men in het algemeen bemerkt is dat de Engelse katholieken veel minder menselijk opzicht hebben dan de Belgische soldaten. De invloed van de aalmoezenier hangt grotendeels af van de officieren, maar in het algemeen hebben deze veel min moeilijkheden om hun zending te vervullen dan onze Belgische almoezeniers. Ook ziet men de soldaten van verscheidene religies optrekken in korps en onder het geleide van hun officieren om hun diensten bij te wonen.
Een afdeling van den etat-rnajor komt in mijn salon eten en koken. Veel bommen vallen aan Krommen Elst. Om 8 uur staan veel vluchtelingen op het kerkplein te wachten om naar Frankrijk te trekken. Ze blijven er staan en niemand komt ze halen.
18 januari, maandag. – In de nacht en de ochtend veel geschut. De boeren over de kalsijde die hun hofsteden hebben moeten verlaten mogen nu weerkeren nadat ze al hun ruzie van verhuizen gedaan hebben. Er zijn nog Fransen langs de kant van Ieper van Opsomers voort en langs Vlamertinge elders overal Engelsen. Ik bemerk dat de Engelsen de pilaren en muur van klooster afgebroken hebben om in de straat te voeren, deze waren nog sterk, en dat doen ze zonder zeggen of spreken. Ze breken ook de binnenmuren uit van het nieuw huis van meester Deraedt.
19 januari, dinsdag. – Gisterenavond hebben de Engelse kanons ferm geschoten. Een Engelse kapitein wordt begraven in het striepken kerkgrond nevens de noordkerkwegel.
20 januari, woensdag. – Helder weer, ook zien wij opnieuw vliegmachines. Nochtans weinig geschut.
21 januari, donderdag. – Veel regen en weinig geschut. In de meisjesschool waren nog 6 banken wanneer de Fransen deze verlieten. Ze hadden er 8 verbrand. Nu hebben de Engelsen er ook reeds 5 verbrand. In het klooster hadden de Fransen omtrent al de banken gelaten, nu zijn er nog 8, de andere verbrand. De vijver staat zeer hoog in water. Alle nacht tijdens heel de tijd dat het donker is worden fusées zoeklichten opgezonden. Ze geven vele klaarte en sommige blijven wel 2 minuten op dezelfde plaats hangen. Dat is om de streek te zien in het donker. Hier blijven ze altijd over de vijver.
22 januari, vrijdag. – 2 Engelse almoezeniers hebben mis gelezen. Om 10 uur wel 150 Ieren in de mis, biecht en sermoen. Wanneer ze te biecht gaan knielen de Engelsen voor hun stoel in plaats van erop. Zeer helder weer en meer geschut dan gewoonte. Nog al vele vluchtelingen vertrekken naar Frankrijk. Men ziet dat ze veel verdriet hebben om hun vaderland te moeten verlaten om gevoerd te worden ik weet niet waar in een onbekende streek. Gisteren zijn de Belgische gendarmen rond gegaan om ze te vermanen. Het is de eerste dag van het jaar dat ik geen berechtingen heb. De tyfus woekert tenvolle. Zeer vele zieken en reeds verscheidene gestorven. Ook alle dagen begravingen. De eerste wordt weggedaan naar St-Elisabethshospitaal van Poperinge, een hospitaal voor tyfuslijders daar ingericht door de Engelsen. Het is Cyriel Foor, hij sterft er korte dagen nadien.
23 januari, zaterdag. – Een weinig gevroren, helder weer en vele vliegmachines waarnaar geschoten wordt. Ook de vliegmachines schieten naar elkaar. Men hoort zeer wel de mitrailleusen. Meer geschut dan gewoonte.
24 januari, zondag. – 150 communies. Niet veel soldaten in de mis, weinig geschut. Sedert enige dagen staat een schildwacht aan de toren. Iedere nacht worden van Poperinge lichtstralen rondgezonden over heel de streek om te zien of er nievers geen verraad in de lucht is.
25 januari, maandag. – In de morgen vroeg nogal veel geschut. Bommen vallen bij de Millecruysse. Dezen nacht hebben zij kanons geplaatst aan deze kant van de vijver bij de burgemeester en vandaag schieten ze al. Ook wordt gereedschap gemaakt om kanons te plaatsen bij het Zweerd en in de weide van Braem. Veel mist.
26 januari, dinsdag. – In de avond veel geweergeschut en in de nacht zeer veel kanongeschut. Tijdens de dag ook meer kanongeschut dan gewoonte en in de avond alweer veel geweergeschut. De Duitsers hebben geattakeerd maar zijn niet gelukt. Sedert een maand zijn er kanonnen in de haag van Alfons Huyghe langs de gravier. Ook bij het hof van Remi Lamerant. Daar bij Alfons Huyghe zullen er zeer lang staan.
27 januari, woensdag. Verjaardag van Keizer Willem. Heel de nacht zeer geweldig kanongeschut en geweergeschut. Ook bijna heel de dag. Het gevecht is veel heviger dan het pleegt. In de avond veel geweergeschut. In de voormiddag passeren 300 Duitse krijgsgevangenen door Vlamertinge. Het weer is wat verbeterd en de straten zijn wat droger geworden.
28 januari, donderdag. – Het vriest heel de dag. Bommen vallen tussen Cyriel Claeys en Petrus Storm. In de namiddag is er een brand bij het kasteel van Verschoore. In de namiddag ga ik naar Vlamertinge. Daar ziet men niets anders dan Fransen. Het 20ste legerkorps. Minder kanongeschut dan gisteren maar in de avond veel geweergeschut.
29 januari, vrijdag. – Alweer vorst. Op Belle worden bommen geworpen uit een vliegmachine, Er zijn kanons geplaatst in de vijverdam langs de kalsijde. Deze die naast den burgemeesters staan worden elders geplaatst. De kanons in den vijverdam zullen er zeer lang staan. Om 3 uur ’s namiddags bezoek van kardinaal Bourne, Aartsbisschop van Westminster. De Kerkstraat staat vol Ierse soldaten die de eer bewijzen. Dan gaan ze de kerk binnen, deze is propvol. Welhaast komt de kardinaal, purpere soutane onder zwarte kapote, met priesterhoed, vergezeld van een priester ook in zwarte kapote. Knielt een minuut voor het altaar, aanroept H. Patrick en doet een aanspraak van 8 minuten (ik versta enkel dat hij de soldaten aanwakkert regelmatig te biechten). Hij is wat eentonig. Geeft zijn zegen, groet de onderpastoor en spreekt een halve minuut over de verwoeste kerk, gaat naar de automobiel die wacht aan de hoek van de Kkerkstraat en vertrekt om 3u40.
Om 10 uur ’s avonds brandt het hofstedeke af van Benjamin Dequeker aan het kruisen van de straten Hallebast, Vierstraat en Dikkebus-Kemmel, De oorzaak is de onvoorzichtigheid van de soldaten. Alles is platgebrand en bijna niets gered. Benjamin die berecht was wordt door de soldaten weggedragen naar Emiel Thulie. De Franse interprête van den kampcommandant Mr Constantin, een man zeer verstandig en rechtvaardig, wordt met het onderzoek belast en besluit dat de soldaten de schuld zijn. Benjamin moet de inventaris maken van de schade. Hij verklaart tussen 5000 en 6000 fr. In Augustus ontvangt hij 4600 fr. Daarmee is hij tevreden.
Sedert 3 weken is hier te Dikkebus een kampcommandant, deze is belast met het soldatenbestuur van Dikkebus. Neemt de schikkingen voor het kantonnement van de troepen, geeft samen met het gemeentebestuur de laisser-passer, neemt de schikkingen van wegen en straten en reinigheidsdienst, ook de gezondheidsdienst, onderzoekt de reclamaties van de burgers over de troepen. De eerste die wij hier hebben is een vriendelijk man, maar spreekt weinig Frans, maar laat omtrent alle zaken over aan zijn interprête Mr Constantin, die zeer beleefd en de burgerij genegen is. Het is alleen met hem dat het volk moet handelen en met de état-major hebben ze maar weinig zaken meer. Er zijn nog verscheidene interprêten, de eerste weken enkel Franse. Deze zijn in het algemeen goed voor het volk, maar hun werk bestaat meest in het bezorgen van de verscheidene provisies en te onderhandelen met de bevolking.
30 januari, zaterdag. – Rond middernacht zeer geweldig kanongeschut. Te Vlamertinge valt een bom uit een Duitse vliegmachine. Alle avond gaan burgers tranchées maken voor het Engels leger tussen Vierstraat en Voormezele. Ze werken van 7 u ’s avonds tot 1 uur ’s nachts en winnen 4 frank. Deze zijn meest van Dikkebus, Ouderdom en Reningelst.
31 januari, zondag. – Missen om 8 en 10 uur, wel 40 Fransen. Een Frans officier de Rigaud, een braaf en verstandig en christelijk man sterft om 3 uur subiet in het huis van Madame Brigou. Hij wordt begraven te Reningelst. De Duitsers schieten meer dan de Engelsen. Bommen ontploffen over het kasteel Vandenpeereboom, ook aan Verschoores kasteel en aan De Groenen Jager (karik) halverwege Vlamertinge.


