Ik laat de vastenperikelen achter me en schakel over op het zwaarder werk. Veel mensen […]
Er bestaan in de middeleeuwen drie soorten rechtbanken. Alle drie hebben ze een verschillende bevoegdheid […]
Ook kwaadspreken wordt niet getolereerd. Een man wordt voor vijftig jaar uit het land verwezen […]
Ieper wordt in de 13de – 14de eeuw gerekend tot één van de “vijf goede […]
Enkele misdaden hebben het afkappen van de vuist tot gevolg. Zo bijvoorbeeld belediging en geweld […]
De vierschaer is het tribunaal in de hoogste expressie. In de kamer “ter siege” of […]
In december 1278 volgt de 52-jarige Gwijde van Dampierre zijn moeder definitief op als 21ste […]
De dag van vandaag kan een beschuldigde enkel veroordeeldworden indien er fysiek bewijs is van […]
Een andere heikele kwestie in de Franse tijd is natuurlijk die van de loting en […]
Hebt ge nog horen spreken van de inquisitie, en weet ge goed wat voor een […]
Dat in de middeleeuwen en nog lang daarna lijfstraffen meermaals gepaard gingen met de een andere straf, waardoor de veroordeelde in zijn eer werd aangetast of aan de bespotting van zijn medeburgers prijsgegeven, is algemeen bekend.
Tijdens de zomer van 1580 groeit de angst dat het leger van de malcontenten een aanslag zal plegen in Veurne-Ambacht en mogelijk ook in Nieuwpoort. Dat leger helt meer over naar Spanje dan naar de Staten van het land die volgens hen alleen maar samenheulen met de calvinisten.
Ga maar eens op een maandagmorgen naar de stad. Je vindt de arme werklieden zowat overal. Op de markten. Bij de kerken. Hier zie je ze angstig wachten op ambachtslieden die hen voor acht dagen werk kunnen bieden. Van zodra ze aangeworven zijn, wordt het werk geregeld door de klokken van de stad. Van de vroege morgen, wanneer het werken moet beginnen, tot aan de avond wanneer de vermoeide lijven even respijt krijgen.
Juge Mahieu houdt rechtzittinge. De eerste die voor de pinnen komt is Adolf Buysse. ‘Zijt je gij al gestraft geweest?’, vraagt de juge? ‘ e ja ‘k, ‘k hebbe al een jaar bak gedaan’.
Het stille dorp Reningelst, een onderverdeling van de generaliteit van de acht parochiën, die zelf lid was van het oude West-Vlaanderen, werd op het einde van de 18de eeuw in beroering gebracht door een klein administratief en rechterlijk drama, waarvan de gedachtenis ons bewaard is, dank zij een bundel die neergelegd werd in het archief van de oude Raad van Vlaanderen.
Op 3 juli 1912 rond 4 uur ’s morgens deed Cyriel Saezen, jachtwachter te Oostvleteren, een ronde op de jacht van zijn meester. Eensklaps hoorde hij een geweerschot. Hij ging in de richting van het geknal en zag weldra, op een stuk land een persoon gaan die in de linkerhand een haas en in de rechterhand een geweer droeg.
Die scheldwoorden deden de mate overloopen. De getarte landbouwer sprong op den amman toe, doch Malin de Cueninck kon hem vastgrijpen. Een slag op het hoofd van dezen laatste maakte den weerhoudene vrij, die opnieuw den amman te lijf wilde. Een tweede maal werd hij vastgegrepen. Met stampen en slaan ontwrong hij zich uit de handen van de Cueninck, en vloog als een waanzinnige zijn huis binnen.
Met al die willekeur en die afpersmentaliteit is het niet moeilijk dat de moraliteit terugloopt in Ieper. De ‘God ziet u’ bordjes bestaan nog niet en de priesters hebben wel andere interesses dan de geestelijke integriteit van hun onderdanen. Er is amper sprake van nieuwe acquisities tijdens het bewind van abt Pierre. Het zijn blijkbaar moeilijke tijden voor het klooster. De Rubrum registers maken melding van een aankoop in januari 1247. Walter, de abt van Grimbergen, verkoopt aan de Ieperse proosdij alle eigendommen die zijn abdij bezit binnen de stadsmuren van Ieper. Het betreft opbrengsten van meer dan 9 pond afkomstig van verscheidene huizen in de stad en blijkbaar ook deels op de lakenhalle.
Rechtbank van Yper. Op woensdag. Brundo Decock van Handzaeme, die op 22 october laatst een vest stool in de herberg ‘Het Lammetje” te Poperinghe, werd voor die zaak veroordeeld tot 4 maanden gevang: hij kreeg nog 3 maanden erbij omdat hij in de banbreuk was.
Kijk eens naar Ieper op vandaag. Waar is het water nu? Aan de noordoostkant zien we het kanaal en de Ieperlee, aan de zuidwestkant de ‘Verdronken Weiden’. De komst van het water in 260-270 was een (afgezwakte) herhaling van wat er zich al had afgespeeld 1000 à 1500 jaar voordien. Het water 5 à 10 meter hoger. Beeld u dat eens in? Alleen de heuvel, de prairie van Ieper, bleef gespaard van het rijzende water. En er waren twee havengemeenschappen. Briel (Breuil) en de omgeving van het Zaelhof en de Zuudstrate (de latere Rijselstraat), niet toevallig nog steeds met elkaar verbonden met de ondergrondse Ieperlee. Zeker al in 270, kijk maar naar de ‘ille’ namen waar we het al uitgebreid over hebben gehad. Hier leefden beslist al mensen 1000 jaar voor het begin van onze nieuwe tijdsrekening.
De Dampierres zijn definitief door de mand gevallen Hoe kan je de toestand in Vlaanderen […]