Kortrijk leunt dicht aan bij de Westhoek. Ik vraag me af of ik hier nog […]
15 augustus 1566. Hemelvaartsdag. Mijn vrees wordt direct bewaarheid. De Ieperlingen proberen de Diksmuidsepoort gesloten […]
Het jaar 1662 vangt aan met ongelooflijk felle vorst, onstuimige winden en onweer. Niemand heeft […]
1736: twee stormen op rij Het begin van 1736 verloopt al niet beter dan vorig […]
Oktober nat en koele, de winter zochte en zwoele.
Houd’n de bomen hun blaren lang, wees dan voor een strenge winter bang.
Gift de herfst veel mist en neveldoagen, in de winter zal de sneeuw u ploagen.
12 december 1367. Tegen de avond steekt er een verschrikkelijke storm op, in de middeleeuwen omschreven als een ‘geweldig tempeest’. Het noodweer komt vanuit het noorden en teistert Vlaanderen, Brabant en zelfs Picardië.
Den 9 november 1800, zynde zondag, het heeft van ten 11 uren ’s morgens tot den dry uren na noen, zoo eene vervaerlyke dulle en felle wynd gemaekt dat menschen van 80 jaer oud bekennen van zulcken wynd niet geweten te hebben.
Zondag 30 januari 1594. In Sint-Elooi bij Voormezele hebben die van de kasselrij een nieuwe versterking opgetrokken, eigenlijk is er sprake van de heropbouw van een verloren gegane sterkte, op de wallen waar ooit de molen stond.
Het is een lange, treurige bladzijde in het boek van ons verleden het verhaal van de hongersnoden, die in vroegere eeuwen ons land en ons volk geteisterd hebben.
Donaaske’s vader en moeder waren Romeinen. Als piepjong manneke werd hij door een knecht in het water gesmeten. Zijn ouders waren radeloos. Ze baden seffens met hart en ziel om raad. Ze wierpen een wiel met vijf brandende kaarsen op het water.
Wanneer de burg van Leisele gesloopt werd staat nergens vermeld. In de beschrijving van Pauwel Heinderycx staan er echter genoeg gegevens, waardoor we de verdwijning van de burg bij benadering kunnen bepalen. Voornoemde schrijver schreef zijn kronieken in de 17de eeuw. Dus weten we met zekerheid dat de burg er toen niet meer stond. Mogelijk was deze in verval geraakt en op het einde van de jaren 1500 afgebroken.
(Nooit en had men zulke regen gezien!) Hij duurde tot drie uur na de noen zonder ophouden, maar dan heeft het wat beginnen te minderen en men zag tot Vlamertinge na het eindigen van de vespers, het water aankomen over de velden, weiden en hagen, met zo een gedruis dat het een bangelijk was om horen en zien als de eerste stroom aankwam, die kwam meer dan 4 voeten met de eerste dikke en het groeide gedurig aan tot omtrent om 4 uur in de achternoen, wanneer het heeft beginnen te vallen, dit water kwam aangedreven met groot geweld dat de huizen al doorliep; muren, galenten zijn ter aarde neergeveld.
Een ketsekar is een kar waarmee een voerman, als beroep, zakken graan ophaalt bij de boeren, die vracht naar de molen rijdt om die later als zakken meel terug te bezorgen aan de boer. Iedere boer bakte zelf zijn brood. Iedere zaak meel noemde men een bakte. De voerman noemde men ketser, zoals met heden de ophaler van eieren te lande ‘eierkutser’ noemt.
Iedereen lag te beven in zijn bed de kinderen weenden, de mannen vreesden het ergste, de vrouwen dachten aan het einde van de wereld of op zijn minst aan een nieuwe aardbeving. In vele huizen bad men luidop paternoster op paternoster. Intussen waaide en stormde het voort en in de herfstmorgen kwam af en toe de maan akelig uit de vluchtende wolken te voorschijn en maakte het tafereel nog luguberder.
De orkaan van zaterdag heeft in België en Holland gewoed. Nog nooit zijn in één orkaan zoveel ongelukken gebeurd als in dit, gepaard op sommige plaatsen met hevige donder en bliksem. De veroorzaakte schade is onzeggelijk.