De zeven namen van onze dagen zijn vermoedelijk de woorden die door ons mensen worden […]
Smerige woorden ku’j niet ongedaan moaken. – ’t Is toch wel wreed dat de letter […]
’s Nuchtens tielijk – van ten vijven – staat de schaar gereed en gaat met […]
De maanden van het jaar en het leven van de mens Een schrijver uit de […]
Op Lichtmis en is er geen vrouwtje zo arm of het maakt de koekepanne warm.
Willen appels trekken van ê pèreloare (het onmogelijke willen)
E goe verstoander hèt genoeg an’en’olf woord.
En ne n’is te leeg dat’en ze voeten van de grond heft
Uit onze rijke Vlaamse geschiedenis zoals die te lezen staat in deel 9 van ‘De […]
Aanschouwt mij, hier en daar,
die bende Casselkoeien;
die, louter bruin van haar,
als zoveel blommen bloeien
Iedereen weet dat Pasen gehouden wordt op de eerste zondag na de volle maan, die op of onmiddellijk na de 21ste maart aan de hemel verschijnt. Pasen kan dus aanmerkelijk verschillen. Het feest kan vallen op 22 maart of het kan eerst de 25ste april gevoerd worden.
De kriekroode zunne
zinkt zachtjes in ‘t nest
‘ ’t Go wel mien tied doen’, zegt de filosoof.
‘Os de ’n hemel volt, liggen w’ol d’roendre’ – Laat de zaak op haar beloop, wij kunnen er toch niets aan veranderen.
‘Leven en loaten leven’, was de leuze van de vroegere bewoners van ’t Ambachtstraatje.
Op het koerken, in de zunne,
zaten, zeven in getal,
oude vrouwkens, rond èn tafel
t’hoope voor ne… koffiebal.
Jacques de Châtillon hield, de donderdag aanstonds na zjjn intrede, een prachtig avondmaal met kanselier Pierre Flotte, – deze van wie Paus Bonifacius gezegd heeft dat hjj een Belial was, – en de bijzonderste baanderheren die hem vergezeld hadden. Men kwam hem zeggen, dat er iets ging gebeuren; maar hij durfde niets openbaren.
De velden zijn begroeid,
met kollebloemen. Rood.
Ze staren me aan.
Vurig met barstende botten die schreeuwen van pijn.
Met tinten van bloed die zich taai en moeizaam openen
en daarna weer wegvloeien tot de dood.
Hoe meer men de geschiedenis van de volkszeden bestudeert, hoe meer men er het heidendom in ziet doorstralen. Het huidig bijgeloof is veelal een overblijfsel van de oude heidense godsdienstige begrippen. Ten bewijze: de bijgelovige landman houdt staande dat de wassende en krimpende maan een verschillende invloed op zijn zaailingen uitwerkt; dat de volle maan aan zijn koorn de laatste rijpte geeft, enz.
Venerabilis Beda heet April Eostur monath en Karel de Grote Ostur manoth, Ostar monath; Oostermaand of Ostermaand zei men eertijds in Vlaanderen, en Ostara dat was de voorjaarszon, die men als een godin aanzag. Het is wonderlijk hoe dat heidens woord in Engeland nu gebruikt wordt om Pasen te betekenen: Easter zeggen ze en, ‘happy Easter!’, ‘zalig Pasen’!
Dan zal ik dromen van het zomerland,
Zalig wandelen hand in hand.
Wek niet mijn ziel dan, wandelend uur aan uur
In droomwaranden licht van droom-azuur.