Hij laat zijn lippe hangen

Hoerenliefde is vier van strooi

–
Hoe meer liefde hoe minder sprake

–
Wanneer een ding uit liefde geschiedt dan is ’t wel zei Jan Paddebaard, en hij bepotelde zijn wijf van boven tot onder.

–
Leeg, lekker en licht zijn de drie voornaamste deugden van een hovaardig wicht

–
Daar is geen koe of wijf of ze heeft een plekje aan haar lijf

–
Die een wijf trouwt om haar lijf, verliest het lijf en houdt het wijf

–
Hij laat zijn lippe hangen tot aan zijn derde knoopsgat

–
Look en rook, uien en bruien, waken en braken zijn zes zaken die kwade ogen maken.

–
Wie drinkt zonder dorst, eet zonder honger en kust zonder lust sterft zeven jaar te vroeg

–
Een vulle moage gelooft aan geen honger

–
Maandags spoed is zelden goed

–
Een droge maart en een natte april zijn een boer zijn wil

–
Te volle maat loopt over

–
De grootste kwelling van een oude man is dat hij niet zacht kakken kan

–
De oude vent smaakt nog altijd als die jonge snaak

–
Geen rijker man in ’t stee die met zijn buren leeft in vree

–
Het geweten van een schuldige vent is ook zijn beul

–
Het oog wil ook wat zei de vent en hij sloeg zijn vrouw een blauw oog

–
Het is goed spinnen van andermans garen

–
Nimmer vindt men groter man die lijden en dulden kan

–
Men leert de vent zijn geduld kennen als hij in de problemen zit

–
Open uw hart aan een man die horen, zien en zwijgen kan

–  Voet voor voet vordert wel

–
Vele werken en niet verdragen doet vele venten kermen en klagen

–
De kleren veranderen de manieren niet

–
Een hond die aan zijn been knaagt herkent zijn eigen meester niet

–
Een joenk meiske en een ouden grol geven elk jaar een wiege vol

–
Hij kijkt als een kalf op een seule melk

–
Als de mens vol is en zat wordt hij van de lust gevat

–
Een mens verandert om de zeven jaar

–
Een mens is niet gemaakt om te peinzen

–
De zottigheid moet uit de mens weg, deur de voordeure of deur ’t achterpoortje

–
Wie met vuile menschen omme gaat leert zere stinken

–
Er zit geen verschil tussen menschen en menschen

–
Waar dat de mensen zwijgen, spreken de stenen

–
De zot snijdt zich met zijn eigen mes en maakt zich dronken met zijn eigen fles

–
Het zijn niet al geen koks die lange messen dragen

–
Zorg goed voor de minuten, de uren zullen wel voor zichzelf zorgen

–
Men ziet wel aan de stront wien dat er de mispels gegeten heeft

–
Geld geraakt nooit uit de mode

–
Kindjes die jong op moeders schoot trappen doen dat oud op hun hart

–
Wie de dochter wil hebben moet eerst de moeder winnen

–
Een dronken mond is het stuur kwijt

–
Vuile woorden uit een schone mond