11 juli 1588. Om 2 uur in de nacht staat een bode aan de Mesenpoort […]
Anno 1915, op de 2de oktober. Sergeant L. Golden. Sniper’s Farm Mesen Ridge. Om 19u […]
De ellestok is de stok die de stokmeter voorafgaat. De ellestok in het heemmuseum Bachten de Kupe meet precies 69cm en is verdeeld in vier hoofddelen van 17,25cm en onderverdeeld in delen van 8,625cm.
Kleedt nen ezel in ’t satijn,
en ’t zal nog nen ezel zijn
Geen krieken zonder stenen,
geen vlees zonder benen,
geen mannen zonder willen,
geen vrouwen zonder grillen.
Jonk vlees in de stande hèn (met een jonge vrouw getrouwd zijn) Goe naa de […]
Je ploegt enje plant, je zoait enje moait,
’n tyd knoagt an jun leven ol buten en ol binn’n
Boerke Krelis had het koud aan zijn voeten. Hij lag in het hospitaal waar ze zijn appendix hadden weggenomen en zijn vijfenveertigers hadden het niet warm.
vroeg in bedde warm en rein
met een glasken goei wijn
uit het bed voor hen en hane
met uw pijpke op de bane
‘Van o je sprikt je moend gaat open’ – Al uw verlangens worden schijnbaar ingewilligd.
‘ ’t Is oed vuul’ – Oud nieuws dat terug wordt opgerakeld.
‘ ’t Is è schete in è netzak’ – De zaak wordt deerlijk opgeschroefd.
Gezegden betreffende een vrouw met een weelderige boezem:
‘ ‘z E d’è ferme balkon’.
‘ z Is wel besteld’.
‘ ’t Is volk in de stoache’.
Wat betreft de werking, behoort deze wortel tot de zuiver scherpe, niet bittere, weinig aromatische middelen, inwendig toegediend, prikkelt hij het slijmvlies van de maag en de ingewanden zeer sterk, en is daardoor geschikt om de spijsvertering te bevorderen.
Mensen die al alles weten, leren nieten.
Water smaakt beter o’j moet betalen ervoor
Ge moe leven binst da’j kunt.
Vertrouwt nooit etwie die stomder is dan joen.
De 50-50-90 regel: als er 50% kanse is dat entwodde kan lukken, gaat het in 90% van de gevallen mislukken.
Ge moet hard werken: vele mensen van den ocmw hangen of van joen.
Vertel het mij en ik zal het vergeten, toon het mij ik ‘k ga het onthouden, betrek mij erbij en ik ga het begrijpen.
Den dokteur komt naar ieder huis waar dat de zunne niet kan schijnen.
Ik ben al geruime tijd bezig met het schrijven van mijn ‘Ieperse Histories’, allemaal gebaseerd op oude handschriften. Het boek is voorzien voor einde 2019, maar misschien is het wel een goed idee om ons onderstaand fragment op jullie los te laten…
Der zijn ossan oortjes aan d’n anderen kant van de meur.
‘T is nie gemakkelijk om ol joen vingers even lank te maken.
Geen goe memorie? Probeert een keer etwot te vergeten!
Gierigoards zijn gin plezante menschen, maar wel plezante voorouders.
Je gif’t ’n veel te vele voet (je geeft hem veel te veel zijn zin)
Je moet er joen voet’n an voagen (trek het je niet aan)
’t Hangt mijn voet’n uut (ik ben het moe)
Hèn is de voet’n uut (hij is vertrokken)
Ik zal u een vertelderke vertellen, dat ik gehoord heb in mijn jongste jaren, en dat ik nog nievers geboekt en hebbe gevonden; ’t is het vertelderke van Ko Lukkeboone. Luistert:
O’je ter wèreld komt zy’j kleëne
bykan’ blend en bloöt.
En ’t deurt froai lange voö da’j kut
up eigen voeten stoan.
Hij is van ’t jaar elve, hij houdt het liever zelve (hij is erg gierig)
’t Is ’t er een van ’t jaar nul (hij is ferm uit de mode)
Dat is op geen blauwen steen gevallen (dat zal ik onthouden)
De stenen vragen geld (er is altijd en overal te betalen)
Handen van de bank, ’t vlees is verkocht (lachend gezegd van iemand die een verloofd meisje ten dans vraagt)
Ze goan mank aan ’t zelfste been (ze hebben hetzelfde gebrek)
‘k goan het deur de billen jagen (ik ga het opeten, verteren of verkwisten)
Hij heeft natte voeten (hij is dronken)