‘Het volk van Morinum of Terwaan heeft (zo men beschreven vindt) het evangelie voor het […]
Ik laat de vastenperikelen achter me en schakel over op het zwaarder werk. Veel mensen […]
In 1147 is de plek al uitgegroeid tot stad. Voor wie er woont en zich […]
Ergens rond het jaar 1770 is er een sterfte onder het hoornvee uitgebroken. Een eerste […]
11 juli 1588. Om 2 uur in de nacht staat een bode aan de Mesenpoort […]
Het heilig bloed is gestold! De aanbidding van het heilig Bloed in Brugge is met […]
Ik ben al meer dan anderhalf jaar weg gebleven uit Poperinge en beslis om daar […]
Hoe dikker ’t gat hoe groater de broek. Ge moet uplett’n van ’t achterste van […]
Westhoekse wijsheden uit 1911 Een kwade tong kan ons verder brengen dan onze benen ons […]
Gij meent, beste lezers, dat ik van vreemde landen ga spreken, van den Congo of […]
In het jaar 1869 vond een mannelijke criticaster de modetrends toch maar niets. Hij schreef […]
Hebt ge nog horen spreken van de inquisitie, en weet ge goed wat voor een […]
‘De vrouwen hebben de naam, de mannen de daad’. Met zo’n dooddoener tracht menig vrouwelijk […]
In 1913 was er nog geen sprake van vrouwenstemrecht dat pas in 1948 zou worden […]
Trouwen en is geen kinderspel:
al die trouwen, ze weten ’t wel!
–
Trouwen is leutig,
spijtig van d’achtersmake
–
Trouwen is wel
maar niet trouwen beter
Uit Wijtschate Over 14 dagen was het alhier de gemeentekermis. Dat de feestelijkheden weinig belang […]
‘De Oostendse bezetters bleven de hele tijd doorgaan met hun strooptochten op het platteland. Ze voerden op 18 juli 1589 een algemene plundering uit door zowat het hele Brugse Vrije. Hun vermetelheid groeide na elke geslaagde uitval.
Een boer, die aan de oever van een rivier woonde, had grote bezittingen. Men zag er paarden, koeien, schapen en vele geiten, ganzen, allerlei varkens, hanen, kuikens en meer van dergelijke beesten. En hij had de leiding over knechten en meiden, want er was daar in huis veel te doen.
In de laatste week van de maand september, op de zaterdag na de feestdag van de heilige Mattheüs, de patroonheilige van de wevers, is er binnen Ieper een zeldzame oproer gerezen. Een nooit eerder meegemaakt gevecht en algemeen tumult tussen de vrouwen onderling. Voornamelijk diegenen die met een kraam of een stand op de markt stonden.
Een mannelijk schepsel doet toch veel voor een dochter van Eva. We kennen een dichter die zegt, dat, zo er geen vrouwen waren, hij zich zou gaan verdrinken. Dat is ‘nen viezen kerel, nietwaar?
En dan zijn er natuurlijk nog de vrouwen waar de zonen van Chlotarius blijkbaar een zwak voor hebben.
Wellicht heeft Vandewynckel de hele woensdag en de volgende nacht gepiekerd over de voorgehouden scheiding en moet hij wraakplannen hebben gesmeed. Donderdagmorgen, rond 5u was Vandewynckel opgestaan en was het landbouwwerk begonnen met de paarden te gaan voederen. Dan is hij terug naar de hoeve gegaan, waar hij naar de kamer van de schoonzuster is getrokken.
Weet je hoe de spiegel ontdekt werd? Luister! Ik heb het vernomen van een oud, oud paterke die er voorzeker niet zou om liegen!
Schrijf het op de balke, de kalvers en zullen het niet uitlekken (van een schuld die nooit betaald wordt)
Twee katten aan een muis, twee vrouwen in een huis, twee honden aan een been…komen zelden overeen.
Twee mussen aan een korenaar maken nooit een vreedzaam paar.
D’er zijn menschen die van olles zou’n doen, om toch maar nieten te moeten doen.
Van al de dingen da’k ooit verloren zijn, misse ‘k ik mijn verstand het meest.
W’en t’ol gezien en gedoan, moar we zijn ’t meeste d’ervan vergeten.
Vandoage is de morgen woar over da’j gisteren sikaneerde.
Anno 3610 (rond het jaar -110 nota bene) wasser binnen de stad Iper eene generaele temulte opgestaen door alle het vrouwevolk tegen hunne mans. Deze temulte sproot ten deele uyt enkel jaloursie van het vrouwevolk onder malkanderen in d’ eene of d’ andere huysen met de mans. Daer waeren zommige mans die 8 vrouwen hadden, andere 12 à 20 tot 30, elk volgens hunne rijkdommen.
Vanaf het jaar 1000 blijft trouwens niets zoals het was in Europa. De opinies en de zeden van de mensen ondergaan grondige wijzigingen. Het fenomeen van de steden steekt de kop op. In het prille Vlaanderen zien we hetzelfde gebeuren. De opkomst van onze steden heeft duidelijk zijn oorzaken. Eerst en vooral heeft de Romeinse bezetting die verschillende eeuwen geduurd heeft zowat het eigen cultureel erfgoed gewist. De mensen kunnen niet langer terugvallen op hun oude tradities want die zijn er niet meer.
Als de eenden duiken, mag men zich aan slecht weer verwachten. Blaaskensregen voorspelt aanhoudende regen. De regen zal spoedig ophouden, als de kiekens schuilen.
Op de dertigste juli is alhier ontstaan een grote troebel of plundering bijzonderlijk onder het vrouwengeslacht; deze troebel was ontstaan omdat er door het hof van Brussel was toegelaten de tarwe uit het land te laten vervoeren naar Engeland
De heksenvervolging is alhier overgewaaid uit Duitsland en werd een echte besmettelijke ziekte, waarvan al de openbare besturen aangetast waren. De slachtoffers waren meestal oude en abnormale vrouwen, die dan ook onschuldig op de brandstapel stierven.