Wie langs rijksweg 65 uit de richting Oostvleteren komt, aan het begin van Woestendorp rechtsaf zwenkt aan de ‘Centiemhoek’ en dan de Tempelstraat volgt, komt na zo’n 300 meter aan een lichte bocht.
Dinsdag laatst, in de morgen, had er een zonderling huwelijk plaats. Nadat de bruid het afgetrapt had, was de bruidegom op zoek geweest om zijn weggevlogen tortelduif terug te vinden.
Pasterke Wyseur mocht eens mee met vliegmachientje van meneere Allays en er mocht nog een tweede man mee. Wyseurke vroeg zijn kapelaan mee en ze waren de lucht in.
Er was eens een arme weduwe. Zij woonde met haar enige zoon alleen. Die jongen was nu een dief gelijk er niet veel lopen in de wereld. Hij stal al wat er aan of roerende was. Zijn moeder had daar veel verdriet in
Tijdens de zomer van 1580 groeit de angst dat het leger van de malcontenten een aanslag zal plegen in Veurne-Ambacht en mogelijk ook in Nieuwpoort. Dat leger helt meer over naar Spanje dan naar de Staten van het land die volgens hen alleen maar samenheulen met de calvinisten.
Voor enige tijd leefde er te Ramskapelle een jager, Jan Tison genaamd, die nooit het wild miste waarop hij schoot en die aldus als jager een grote faam genoot.
Tussen Hazebroek en Kassel, aan de oude baan van Belle naar Sint-Omaars, ligt de landbouwgemeente Hondegem, reeds in 1152 vermeld als Hundingehem, van het Germaans Hundinga Haim of woonplaats van de lieden van Hundo.
Sedert enige tijd bevindt zich hier op de parochie een kerel die een gevaarlijk spelletje speelt. Die man is gekend onder de naam van ‘de witte haan’ en schept behagen in alles af te luisteren en over te dragen.
Wanneer de burg van Leisele gesloopt werd staat nergens vermeld. In de beschrijving van Pauwel Heinderycx staan er echter genoeg gegevens, waardoor we de verdwijning van de burg bij benadering kunnen bepalen. Voornoemde schrijver schreef zijn kronieken in de 17de eeuw. Dus weten we met zekerheid dat de burg er toen niet meer stond. Mogelijk was deze in verval geraakt en op het einde van de jaren 1500 afgebroken.
Is aldus misschien de gewoonte ontstaan die nog op vele plaatsen van onze Vlaamse buiten bestaat, om de pastoor en aan sommige notabelen bij een zwijnsslachting een geschenk te dragen, een ‘zwijnefruute’ zoals men in het noorden of een ‘zende’ zoals men in het zuiden van West-Vlaanderen zegt.
5 november, donderdag. – De nacht is tamelijk kalm. Rond 5 uur doen de Fransen een contreattaque. Het gaat er buitengewoon geweldig, in den voornoen wat min, doch in den. achternoen erger dan ooit. Verscheidene Duitse krijgsgevangenen worden ingebracht en onderhoord in de onderpastorij. Zij vertellen dat de keizer hier op het front is. Kost wat kost moeten zij hier doorboren.
Het was een Franssprekende priester die op zekere dag de pastoor van Mannekensvere verving en preekte over de schepping van de wereld, de historie van de Paradise (het aards paradijs) en Adam en Eva. Dit is wat hij vertelde.
Een slechte kerel van Veurne wilde weten hoeveel heksen er wel in de stad waren; daarom besloot hij ze eens in ’t bijzijn van geheel de gemeente in de kerk op te sluiten.
Daar was ‘ne keer ‘nen oude pastoor die een maarte huurde; en als ze bij hem inkwam, zei heur de pastoor: ‘Gaat ge ’t hier kunnen gewone worden, peist ge, Triene?’
Er bestaat geen plezierigere gemeente in gans Vlaanderen dan de onze. ‘En het bewijs daarvan’, hoor ik je vragen? Welnu; zie hier!
Eén haartje maakt geen permanente (uit één feit kan men geen algemene conclusies trekken)
Kwade klokke, kwade klepel (zulke ouders zulke kinderen)
De paster doet geen twee missen voor ’t zelfste geld (ik zal het geen twee keer zeggen)
De paster zegent zijn zelven het eerst (iedereen zorgt eerst voor zichzelf)
Hoeveel werd er niet geschreven en verteld over varende vrouwen, ’t is te zeggen spoken of heksen, onder de gedaante van vrouwen, die over de aarde zweven of varen, zo snel en zo zacht, alsof zij de grond niet aanraken. Soms veroorzaakte hun stille vaart draai- en dwarrelwinden, die straten ver meedraaien. Vandaar kregen die draaiwinden, die zand en bladeren al wemelen omhoog drijven, de naam van varende vrouwen.
Lik toe tante Mathilde, ’t zat e katte olle noene op d’haove deure. Da was e vrimde katte. En op e keje ze koste ’t nie mi verdragen. En ze was bezieg me butter braon, en ze was zo dul. En ze pakt de panne en smiet ze no die katte neur mule. En ’s anderendaags ze gieng en komisje doen en die vrouwe neur aonzichte was verbrand. Je ku peisen da ze verschoot.
ancien : vanaf 6 maanden bij het leger.
biermarschang : bierhandelaar op ronde.
biestemarsang : dierenhandelaar.
bleu : recruut, eerste 6 maand bij het leger.
blommiest : bloemist.
doppre : werkloze, stempelaar.
De kapelaan had met veel devotie zijn zesurenmis opgedragen en naar loffelijke gewoonte zette hij […]
Mijnheer de pastoor, dit kruis heb ik over vele jaren hier ook weggehaald; ik breng het naar de kerk terug
Algemeen overzicht: Boitshoucke, voormaals afhankelijk van de Noordvierschare van Veurne, is een klein dorp, gelegen in Veurnambacht, tussen Pervijze en Nieuwpoort. Oudtijds droeg deze plaats de naam van Boykenshouck, zoals men leest in een pauselijke brief van Clemens III. Dit stuk behelst een naamlijst van kerken, zoals van Boykenshouck, enz., welk patroonschap^aan de abdij van Sint-Nikolaas te Veurne toebehoorde.
Ik hoorde eens een paster zeggen van een parochie, die St. Godelieve tot patrones heeft : ,,Waarom hebben ze ons geen serieuze heilige gegeven, waarvan de gegevens geschiedkundig vaststaan?”
Daar staat ievers aangetekend dat het, op den 29 januari 1709 de koudste dag van al was. Het vroos zo straf dat voor Antwerpen de Schelde met een dikke laag ijs toegevrozen was, en dat de mensen langs de strate van de koude dood vielen.
Daar was ’n keer een molenare, hij had noch grof noch fijn meer te malen, ’t Kwam zo verre dat hij jaren pacht ten achteren stond, hij ging algauw z’n molen mogen sluiten
en gaan om stuiten.
Clemansje Ze was geen meer van de jongste, Clemansje, zeker half veertig en nog altijd niet getrouwd. Een beeld van schonigheid was ze juist ook niet, alzo dozijnegoed. Maar fraai en kristelijk gene van meer. Ze was thuisgebleven, en intussen, na moeders dood, was ze buiten tand en de kanse verkeken. Ze gerochte zelfs verlegen met heur eigenzelven.