banner
Jan 12, 2015
3653 Views

Moord op de Burgemeester

Written by
banner

Stassaert Brisse bekoopt het met zijn leven
We hebben Brugge verlaten in het najaar van 1436 wanneer graaf Filips de Goede in het gezelschap van 700 Picardische soldaten orde op zaken komt stellen. De hoofdrolspelers van die dagen zijn kapitein Vincent de Scheuteleere en schout Bartholomeus de Vooght, het mannetje van de graaf zelf. Het zijn zij die Filips verzocht hebben om in te grijpen en een einde te maken aan de anarchie en het geweld in Brugge. Alles is begonnen bij de gilden en de ambachten die het niet konden verkroppen dat Sluis wegens zijn strategische ligging allerhande voordelen krijgt en dat die van Sluis blijkbaar geen kwaad kunnen doen voor de Raad van Vlaanderen en de graaf. Laat ons nog eens terugkeren in de tijd: Bruggelingen, Gentenaars en Sluizenaars moesten zij aan zij gaan vechten om Calais te bevrijden van de Engelsen, maar die van Sluis hebben hun kat gestuurd. Zeer tot ongenoegen van de Brugse ambachtslieden die tot overmaat van ramp hard op tafel moeten slaan om betaald te worden voor hun krijgsprestaties. Het ongenoegen heeft zich vertaald in een raid op Sluis, maar de lokale kapitein Roelandt van Uutkerke had het lef om de Bruggelingen hard en zonder compassie aan te pakken. Tijdens de hete zomer en het al even warme najaar komen de gilden van de vrije werkenden van zowat heel de Westhoek en het Brugse Vrije op om het Brugse ongenoegen te ondersteunen. De rebellie, de stakingen en het geweld houden Brugge nu al maanden in de ban. De Brugse baljuw Stassaert Brisse bekoopt het met zijn leven wanneer hij op 26 augustus 1436 door een woedende meute wordt geliquideerd. Het verzet van de Bruggelingen onder leiding van Coppin Edelinc is bepaald gewelddadig.

Maurits van Varsenare wordt in 1436 burgemeester
Na de ingreep van de graaf, we spreken over begin september 1436, wordt Maurits van Varsenare aangesteld als nieuwe burgemeester. Hij behoort tot de intimi van de graaf en zo komt het Brugse stadsbestuur weer ‘on speaking terms’ met het bestuur in Vlaanderen. Maar met zijn benoeming is de onrust in Brugge ver van verdwenen en blijft de opstand en het revolutionair denken latent aanwezig. De situatie in Sluis blijft de gemoederen beroeren. Weken van intense diplomatie zorgen voor een voorzichtige doorbraak. De graaf blaast warm en koud tezelfdertijd, maar bestraft onder andere kapitein Roelandt van Uutkerke met een verbanning uit Vlaanderen. Maar daarmee is de kous niet af en het verzet blijft aanhouden, waarop Coppin Edelinc opgepakt wordt en zeer tegen de zin van het Brugse middenveld door de vierschaar veroordeeld wordt. En dan is er nog de provocatie van de graaf als hij het Brugse Vrije uitnodigt als volwaardige partner van de Raad van Vlaanderen, zeer tot ongenoegen van Brugge zelf, dat zich met hand en tand tegen die beslissing verzet. Op economisch vlak probeert de lakennijverheid in Vlaanderen zich met vallen en opstaan te herstellen van de voorbije wolcrisis. Het gaat echter ontzettend traag en dat zorgt voor alweer nieuw onvrede bij de Brugse ambachtslieden. Tussen de rijke notabelen en de rest van de werkende bevolking botert het van geen kanten en het feit dat de adel wel wil onderhandelen met het Brugse Vrije, werkt in als een rode lap op een stier. En dan is er uiteraard nog het eerder aangehaalde probleem met Sluis dat maar geen oplossing krijgt en als een baksteen op de Brugse magen blijft liggen.

De Gentenaars hebben het onderschat daar in Calais
In deze periode van intense onvrede is burgemeester Maurits van Varsenare in Rijsel hulp gaan zoeken bij de graaf en de Raad van Vlaanderen; ‘om dat hij ducht ende vreese hadde dat de prinche hem vergrammen mochte up de stede van Brugghe van desen moyte ende laetster wapeninghe’. De intrede van het grafelijk leger zal einde 1436 inderdaad wel indruk gemaakt hebben op die van Brugge, maar of daarmee de vrede en rust teruggekeerd zijn bij het gemeen, valt erg te betwijfelen. Die vraag wordt al beantwoord op de tweede paasdag van het jaar van onze Heer 1437. Op 1 april wil een of andere kleermaker Jacob Adoorne, de kopman van de ambachtsgilde van de garnierders, de kop in slaan omdat die veel te gematigd is. Er is geen nood aan rust en overleg, maar wel integendeel aan harde actie. De radicale ambachtslieden beginnen zich meer en meer te profileren en worden door de gematigden en de notabelen omschreven als ‘crijsschers’. De moordaanslag kan maar op het nippertje verijdeld worden en de ‘schepper’ wordt voor 50 jaar ‘op het hoofd’ verbannen uit de landen van Vlaanderen. Ook in Gent wordt de sfeer onrustig. Een week later zullen de Gentenaars hun invloedrijke ambachtsleiders Ghijsbrecht Pateel en Jacob de Zaghere vermoorden. Vorige zomer zijn de Gentenaars op verzoek van de graaf opgetrokken tegen de Engelsen die Calais bezet houden. Ze hebben het allemaal wat onderschat, 120 Gentenaars laten het leven waarop Pateel en de Zaghere het bevel geven om de schoppen af te kuisen en terug te keren naar Vlaanderen. Dat ‘lelijke’ vertrek van de Gentenaars heeft er voor gezorgd dat ze nu nog elke dag het verwijt mogen horen van de schepenen en de bestuurders van de stad van wie ze er trouwens ook al enkele ’te koelen hebben gelegd’, een blijkbaar bizar synoniem van ‘vermoorden’.

En wij. Waar blijven wij?
Sinds 1380 is er in Brugge een gezelschap van gegoede poorters actief met het jaarlijks steekspel van ‘De Witte Beer’ en wordt de winnaar van het tornooi uitgeroepen als forestier van de stad, een eretitel die herinnert aan de grote forestiers die Vlaanderen bestuurden nog voor er sprake was van een of andere graaf. In 1437 schopt Jacob (Eloy) Metteneye het tot forestier na een intense strijd tegen kapitein Jan Parlant, Jan van de Vagheviere, Joos de Witte, Maerten Hoonin en Jan Gheerwout. Het is een harde strijd waarbij Jacob Metteneye dus aan het langste eind trekt en de ijzeren spies als hoofdprijs in ontvangst neemt. Jan Parlant krijgt de hoorn en een of andere Rijselnaar gaat lopen met de beer. Het tornooi van de ‘beau monde’ van Brugge, hoewel het dit jaar bescheiden en zonder eretribune gehouden wordt, moet ongetwijfeld de afgunst wekken van de ambachtslieden. De rijke burgerij en de adel steken hen met hun ‘Witte Beer’ de ogen uit van de neringen en de arbeidersklasse. Het is geen verrassing als de donderdag na het tornooi, plots de gilde van de smeden op dezelfde plaats opduikt ‘omme er ooc met alle die ambochten ende neeringhen van ghelijcken te doene’. De achtergrond wordt al gauw duidelijk. 15 april 1437. Gent. De arbeiders en het gemeen komen eindelijk op straat, er komt een grote ‘wapenloopynghe, de ghemeente jeghens de heeren’. Ze willen welvaart en een redelijk leven. Ze gaan op zoek naar de lafaards die de ambachtslieden in de steek hebben gelaten daar voor Calais. Vooral Ghijsbrecht Pateel is kop van jut en hij wordt door de opstandige arbeiders effectief gelyncht. Enkele dagen later is het nieuws van de ‘wapenloopynghe’ in Gent al doorgedrongen tot in Brugge. De dekens van de vele gilden, komen samen en vragen zich steeds luider af: ‘waer bliven wy?’

Het is van je familie dat je het moet hebben

Zoals ze zo braaf en zo te goeder trouw blijven doorgaan, zal er weinig veranderen. Zullen ze voor altijd die minachting van de patriciërs moeten ondergaan? De notabelen hebben zich verzekerd van hun postjes in het stadsbestuur en hebben er netjes voor gezorgd dat zij de lakens uitdelen in de stad. Sommigen onder hen hebben het wat al te bont gemaakt en worden opgeschrikt door de oproerige woorden en voorstellen van de ambachtslieden. Ze muizen er stilletjes van onder naar Antwerpen, Mechelen en andere steden. Met die ‘uytsinnighen ghemeente begheereden zy niet meer te doen thebbene’. Het schepencollege ziet de ernst van de situatie in en beslist dat de burgemeester zich voortaan te allen tijde moet laten vergezellen van een lijfwacht van 30 man. Die beslissing dringt zich acuut op na een moordaanslag van timmerman Jan Taerwin die er in geslaagd was om door te dringen tot aan de vergadertafel. Maurits van Varsenare onderhoudt uitstekende relaties met de graaf en hij verdwijnt om de haverklap uit Brugge om op zijn eentje overleg te plegen met Filips de Goede. ‘Hij vult goed zijn zakken’ wordt er in de volksmond gefluisterd. En daar zal wel wat van aan zijn, want de Varsenares blijken de ene heerlijkheid na de andere toegestopt te krijgen van de graaf. ‘Het is van je eigen familie dat je het moet hebben’, luidt het spreekwoord. Jaloezie en afgunst zijn gevaarlijke ingrediënten als de zaken al op springen staan. De clan van de Scheuteleeres, verwant met de familie van de burgemeester, en al decennia lang toonaangevend in de stad, kan het maar moeilijk verkroppen dat hertog Filips enkel maar de Varsenares blijkt te kennen en hun familie negeert. In 1437 is Lieven de Scheuteleere de kapitein die Brugge militair onder controle moet houden. Hij en zijn zuster Geertruide die trouwens getrouwd is met de eerste schepen Lodewijk van de Walle, zagen ijverig de stoelen van de burgemeestersstoel doormidden. En wat kunnen ze beter doen dan de al bestaande onrust bij de meest radicale ambachtslieden, ‘de quaetste crijsschers’ op te stoken tot een volwassen vuur?

Geertruide de Scheuteleere speelt hoog spel
Het echtpaar speelt al de hele tijd hoog spel. Zo hadden ze voorgesteld aan Filips de Goede dat zij beiden de macht zouden overnemen over de stad en dit onder zijn rechtstreeks gezag. Ze zouden de hertog met ‘live ende met goede ende met maechscepen’ bijstaan en er vooral voor zorgen dat ‘de vier gevaerlycke neeringhen’ aan banden zouden worden gelegd. Hier hebben ze het over de ambachtslieden van de lakennijverheid die dus blijkbaar als de grootste bedreiging worden beschouwd voor de rust in stad. Filips gaat aanvankelijk mee in het verhaal van Geertruide en Lodewijk, maar wanneer hij de zaak bespreekt met Maurits van Varsenare, beseft die laatste natuurlijk dat een machtsgreep niet meer veraf is. Het is in de eerste plaats de plicht van de burgemeester om de gemoederen in Brugge rustig te houden en zo leggen de kronieken de woorden ‘Ic wil de quade corregieren, dus zyet dat ghij mij ghehelpich zijn’ in de mond. Maurits van Varsenare weet nu van waar de wind komt. Het komt trouwens kort daarna tot een bitse woordenwisseling met zijn schoonbroer, die trouwens ook zijn neef is. ‘Ach neve, wat hebdij ghebrauwen dat ghij de stede van Brugghe verderven wilt bij den rade van uwen wive, uwen zone ende Vincent de Scutelare? Ic duchte ons zal der groot quaet of commen!’ Van de Walle gaat natuurlijk bleiten bij zijn Geertruide. Van dan af worden een dertigtal amokmakers onophoudelijk opgestookt met geruchten dat Maurits van Varsenare de stad op een verderfelijke manier aan het verraden is bij de hertog. De opstokerij mist zijn effect niet. De temperatuur stijgt tot ongekende hoogtes. Een explosie kan niet meer veraf zijn.

Maurits van Varsenare is een ordinaire gatlikker
Burgemeester Maurits en zijn broer Jacob zijn nog eens thuisgekomen na één van die trips naar de hertog. We staan aan de vooravond van 18 april 1437. Ze zijn er nog eens alleen vanonder getrokken en het lijfwachtencorps heeft nog niet eens de tijd gehad om zich bij hun beschermeling te voegen. Op de markt is er onder impuls van de 17 Brugse gilden een massa volk samengetroept. ‘Alle manne comme ter maerct, want onze broeders van Ghendt zijn in de wapene’. Het mag dan zo vaak moeilijk lopen tussen Brugge en Gent, maar als het er op aan komt, dan blijken de ambachtslieden telkens weer solidair te zijn met elkaar. Geen tijd voor ‘Witte Beer’ gedoe. Ooit hebben ze de graaf het vuur aan de schenen gelegd met de Gentse volksleiders Jacob en Filips van Artevelde. Waarom zou het dit keer niet slagen vanuit Brugge? Bittere ernst dus. Burgemeester van Varsenare houdt zich aanvankelijk gedeisd als 12 ‘quaetwillende’ zich bij zijn woning aanbieden in een poging om hem op de grote markt te krijgen. Maar uiteindelijk weten de mannen hem te overtuigen om toch af te komen en er het volk toe te spreken. Ook zijn broer Jacob zal van de partij zijn. Dus staan Maurits en Jacob nu oog in oog met de zelfverklaarde vierschaar van de uitzinnige ambachtslieden. Het gaat er buitensporig lelijk en hatelijk aan toe, geven de kronieken prijs. Lodewijk van de Walle en zijn echtgenote Geertruide hebben zich samen met kapitein Vincent de Scheuteleere aan de kant van de gilden geschaard. In de tijden dat zij aan de macht waren in Brugge, hadden de gilden wel inspraak. De neringen hadden in hun tijd nog wat te zeggen, maar nu is die nieuwe burgemeester een voetveeg van de prins, Filips de Goede. Geertruide schoffeert Maurits van Varsenare op de meest agressieve manier. ‘Waarom is de burgemeester zonder medeweten van de goegemeente naar Rijsel, Atrecht en Brussel gereisd om het gat te likken van de graaf en daar op de meest achterbakse manier een mes in de rug van de Brugse ambachtslieden te steken?’

De beschuldigingen en de hakbijlen vliegen in het rond
Door zijn verraad moesten verscheidene van hun kompanen voor de vleesbank verschijnen. Voor alle duidelijkheid betekent de term ‘vleesbank’ hier hetzelfde als een executieplaats of een foltersessie. De beschuldigingen en de hakbijlen vliegen in het rond. Jacob kan de onverdraaglijke aanklachten tegen zijn broer niet langer aanhoren. Hij wenst één en ander recht te zetten, maar veel kans krijgt de man niet. Hij ‘wiert van stonden an ter stede doot ghesleghen’. Jacob Adoorne, de hoofdman van het ‘Scaermers zestedeel’, zowat de enige die probeert de rust te bewaren, doet nog wat hij kan om de aanslag te voorkomen, maar zijn tussenkomt ‘wiert belet’ staat er geschreven, ‘ende Morissus van Vassenare vloot binnen Groenevoorde in een gote, tusschen twee …..

Article Tags:
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
Article Categories:
terug naar het verleden
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *