Het jaar 1750. Op 11 maart beukt een ongehoord felle noorderstorm over Oostende. De inwoners […]
Er is nog een heikel punt waar hij het wil over hebben: de oorsprong van […]
Het ontstaan van woongemeenschappen in de Westhoek is, net als in de rest van België […]
We beginnen het verhaal van Zonnebeke ergens rond 10.000 jaar voor het begin van de […]
Het jaar 1662 vangt aan met ongelooflijk felle vorst, onstuimige winden en onweer. Niemand heeft […]
Anno 1915, half april. Na een verblijf van tien weken in Frankrijk werden we overgeplaatst […]
Het ontstaan van woongemeenschappen in de Westhoek is, net als in de rest van België […]
Anno 1916, op de 1ste januari. Loker. Luitenant Forster. De winterprik liep snel op zijn […]
1225. Werkelijk niets blijft Johanna gespaard. In Vlaanderen ontstaat een inlandse oorlog wanneer een of […]
Ik focus me op Veurne. Hoe verteert deze Westhoekstad – eiland tussen water en land […]
Ga ’s morgens nooit of nooit met een nuchtere maag naar buiten, Houd borst en […]
Hoe men ajuinen kan pellen zonder tranen te storten Ajuinen pellen is niet zeer aangenaam, […]
Men schrijft uit Diksmuide 30 januari 1867. Zo als men gevreesd heeft is onze streek, […]
Robrecht van Bethune, graaf van Vlaanderen, gaf bij akte van 23 juli 1320 vergunning aan […]
Er ontbreekt water te Poperinge en de gezondheidstoestand van onze stad lijdt erbij dat er […]
De maanden van het jaar en het leven van de mens Een schrijver uit de […]
Maandagnamiddag rond 16u pakten zich zware onweerswolken bijeen boven Poperinge en omstreken en weldra doorkruisten […]
De wonderbare kaars van Atrecht en O.L. Vrouw van Groeninge Naast het wonderbeeld van O.L. […]
Tijdens het vreselijk onweer dat hier dinsdagavond met geweld losbrak, ging Marie Kestelyn, 23 jaar oud, huiswaarts van een weide op 2 km afstand van de hofstede.
’t Is lik akke mi ze makke’- Het zijn onafscheidbare vrienden.
De vroegtijdige vorst maakt het gebrek aan water zoveel te gevoeliger, nu meer dan ooit wordt onze bevolking gewaar wat het betekent er het zo noodzakelijk water er ver weg van huis te moeten bijhalen door de koude.
Ieper, de 13de januari 1887, dus ruim een maand geleden, speelden, volgens het schijnt, in het klooster der Zwarte Zusters alhier, enige kinderen gans alleen in een bovenkamer rond een open vuur.
Bij het lezen van ‘Tooveraars en Zwarte Katers’ komt mij een historietje te binnen, authentiek waar gebeurd. Mijn moeder was geboortig van ’t Ruiseleeds Veld, en achter haar huis lag een kleine terp, door de mensen van het gehucht ‘den Berg’ genaamd.
Woensdag 25 augustus 1858, omtrent kwart voor negen ’s morgens, heeft een onverwachte bliksem het toppunt van de kleine toren in het midden van de Sint-Maartenskerk staande, geslagen.
En nu was er dus die nieuwe ziekte. De kerken en de kapellen zaten vol met ware gelovigen die bij God smeekten om hulp.
Het was in oktober 1914. Op verschillende plaatsen waren de Duitsers de Ijzer overgestoken. Alleen nog de bruggenhoofden van Diksmuide en Nieuwpoort bleven in onze macht. Nog enkele dagen en heel het front zou begeven, de Duitsers zouden de weg open hebben naar Duinkerke, Londen, Parijs.
’t Wos ol è gheilen tied e leèn dak k’ik nog è wandelienge è doan he’n in de buitencoté van Ieper, en woarlik ‘k he’n verschoten os k’ik dat oltemole zag, nieuwe huyzen en schonne wit, den einen nog schonder of den anderen.
Voor een zieke of iemand die enige rauwigheid in de keel heeft, of slijm of brand.
Geluk speelt een grote rol in het leven van de mens, maar ligt even verborgen als het noodlot.
Dikkebusvijver! Zomerwandeling voor de zondaguitstapjes! Waar we gewoon zijn tientallen plezierbootjes tot tegen de kaaimuur te zien dobberen om er de roeiliefhebbers op te nemen!