Het jaar 1567. Tussen 1 en 15 augustus regent het dagelijks zodat de tarwe niet […]
1793. Gedurende deze maand van februari had het magistraat van Oostende doorgegeven aan de commandant […]
24 september 1871. Een pastoor, waardig van onze heilige godsdienst, een priester of een vicaris […]
Op de hoogte van Oost-Cappel Oktober 1792. De Fransen proberen zich meester te maken van […]
..wat voorafging …. 26 april, maandag, St-Marcusdag. Processie in de kerk. 150 mensen aanwezig. In […]
”t Lapt zoete binnen’, zei Puuste Verdoodt en hij goot pastoors wijn in zijn ‘gilébeuze’. […]
‘De kerk is een winkel’, zo leren de geuzen maar ze dolen, want als er […]
Sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw is enorm veel veranderd in de maatschappij. […]
Uit de krant van 1922 Fopperij Vrijdag werden er alhier briefjes rondgestrooid betreffende een openbare […]
Stant van Stienes ging zijn Pasen houden. Als alles was afgelopen, vroeg de pastoor aan […]
Mesen Ons dorp heeft dezer dagen een van die gebeurtenissen gezien, die verre zijn van […]
De Kruisstraat is nog niet gebombardeerd. Maar een, verschrikkelijk schouwspel levert ons de stad Ieper. Ieper heeft veel meer geleden dan ik dacht. Veel huizen zijn helemaal weg, andere half, weinig die volstrekt niets geleden hebben. En toch is er alweer leven in Ieper, veel volk en veel soldaten bijzonderlijk sedert een maand van hier.
Geen markten zonder ezels. – Waar veel volk is zijn er mensen die zich laten foppen.
Velen leerden hun toekomstige levenspartner kennen op hun werk. Een boerenmeid liep veel kans om met een boerenknecht aan te pappen, want ‘soort zoekt soort’. Een jonge meid kon ook wel een oogje laten vallen op een rijke boerenzoon (en zijn fortuin), maar de ‘schoonouders te wege’ (aanstaande schoonouders) staken daar wel zo vlug mogelijk een stokje voor, opdat er ‘geen ongelukken zouden gebeuren’!
De ellestok is de stok die de stokmeter voorafgaat. De ellestok in het heemmuseum Bachten de Kupe meet precies 69cm en is verdeeld in vier hoofddelen van 17,25cm en onderverdeeld in delen van 8,625cm.
‘Famme is è wuuf en Pier is è vint’, wordt tot een meisje gezegd dat na speels gefopt te zijn geweest, uitroept ‘Go famme’ (blijf van mij af).
1 maart 1915, dinsdag. – Heel de dag door vallen er nu en dan bommen bijna overal rond de plaats, bij Celeste Planckeel, Zweerd, Hallebast enz. maart geen op de plaats zelf.
Als een historie een keer bij de tweehonderd jaar van vader op kind, in de winterse avondstonden, rond de haard van hand tot hand overgeleverd is, ’t en zal niemand verwonderen te vernemen dat die historie hier en daar in kleinigheden gekrenkt, geschonden, en min of meer vervalst is.
Wonderdokteurs, wel jongen, Burgrave (Deburgrave), dat was een. Dat was een geestelijke die zijn kap over de haag had gesmeten en dat was een dokteur.
Ze woonden langs de vaart. Al heel lang, van geslacht tot geslacht, te Beernem op ‘de Gevaarts’, langs de Gentse vaart tussen Moerbrugge en Bloemendale.
Het was een goede pastoor van te lande, die koornlawerken kweekte en nogal struislawerken. Het was zowat een vriend van den huize want hij verplichtte zijn zuster en zijn meid van bij mijn moeder hun kleren te laten maken.
Oktober 1792. De Fransen proberen zich meester te maken van Roesbrugge. Op de hoogte van Oost-Cappel plaatsen ze drie kanonnen en vanuit die positie beschieten ze het dorp.
Uit Wijtschate Over 14 dagen was het alhier de gemeentekermis. Dat de feestelijkheden weinig belang […]
Beveren-aan-den-Ijzer. In mijn jonge jaren was ik messediener en op zekere avond moest ik mede voor een berechting naar ’t verste uiteinde van de parochie.
Komen de doden terug of niet? Volgens sommige zegspersonen moet er blijkbaar een onderscheid gemaakt worden tussen vroeger en nu: ‘… vroeger moesten de zielkens die kwaad gedaan hadden werekeren, nu blijven ze in ’t vagevier om uit te boeten. Maar in den tijd kwamen ze al were’.
Bij het lezen van ‘Tooveraars en Zwarte Katers’ komt mij een historietje te binnen, authentiek waar gebeurd. Mijn moeder was geboortig van ’t Ruiseleeds Veld, en achter haar huis lag een kleine terp, door de mensen van het gehucht ‘den Berg’ genaamd.
Een goê honderd jaar geleden woonden aldaar twee brave mensen: Pieter Gezelle en Monica Devrieze, die op 1 mei 1830 van den lieve Heer een wonderkind kregen, Guido Gezelle.
Boertje Pé, die op een klein gedoenselke woonde, kwam zijn vrouw te verliezen. Ze was nog niet koud, toen meneer de pastoor reeds ten huize kwam.
Het onderstaand verhaal herinnert Daniël Dufloo zich van zijn moeder die het hem dikwijls verteld heeft. Als toemaat volgen nog een tweetal typeringen van hoofdvertolkers uit ‘De Engelse processie’.