De memoires van Jan van Dadizele

Posted by  info@dekroniekenvandewesthoek.be   in       8 years ago     2614 Views     Leave your thoughts  

De tijd van de Dampierres is voorbij
In mijn zoektocht naar de geschiedenis van de Westhoek, heb ik nu al een tijd de woelige jaren 1300 achter me gelaten en ben ik terecht gekomen in de 15de eeuw. Willem van Dampierre, zijn zoon Gwijde en zijn kleinzoon Robrecht van Bethune hebben elk hun, vaak kwalijk, ding gedaan en dan plaats geruimd voor de Lodewijken van Nevers en van Male. Bij de dood van Lodewijk van Male in 1384 treedt zijn dochter Margaretha in de voetsporen van de Dampierres en maakt ze definitief een kruis over het geslacht van de Dampierres.

Voortaan zal haar echtgenoot, Filips, met wie ze de lakens deelt, diezelfde lakens uitdelen in het graafschap van Vlaanderen. De tijd van de hertogen van Bourgondië, die de scepter zwaaien over ons land, breekt definitief door als hun zoon Jan zonder Vrees in 1404 aantreedt als graaf van Vlaanderen en hertog van Bourgondië. De kronieken van Vlaanderen hebben het al in geuren en kleuren gehad over de perikelen van Jan zonder Vrees die in 1419 vermoord wordt en ook over zijn zoon Filips de Goede die het aan de stok krijgt met de Vlaamse steden die zijn centralistische politiek allerminst een warm hart toedragen en het maar niet kunnen gewend geraken dat enige stedelijke zeggenschap in het bestuur van Vlaanderen feitelijk al jaren achterhaald is. De Vlaamse en de Franse geschiedschrijvers hebben me al heel wat hand- en spandiensten aangereikt om één en ander te begrijpen.

Toch kan ik het gevoel niet van me afzetten, dat ik nog altijd geen grip heb gekregen over het echte leven in die jaren 1400. De Guldensporenslag, de jaren van Zannekin en de Arteveldes, het verzet tegen de Franse dominantie in de 14de eeuw hebben me het gevoel gegeven dat ik die fameuze jaren 1300 voldoende in kaart heb gebracht. En dat sentiment voel ik allesbehalve als ik me weer buig over de Bourgondische jaren van Vlaanderen. Ik heb meer informatie nodig. Verdomme. Filips de Goede en jouw graag geziene echtgenote Isabella van Portugal, wie waren jullie eigenlijk? En dan jullie zoon en opvolger Karel de Stoute die het roer in 1467 overneemt en samen met zijn dochter Maria van Bourgondië de brug maken naar de tijd van de Spanjaarden? Ik lijk wel in de geschiedenisboekjes verzeild. Nogmaals verdomme. Ik wil details kennen. Wie waren die mensen allemaal? Wat betekenden ze voor de Vlamingen van die tijd?

Jan van Dadizele in kasteel Mariënstede
En dan rest er natuurlijk de ultieme vraag: hoe was het leven in de Westhoek en in Vlaanderen in die tijd? Ik weet het, Keizer Karel en de jaren 1500 liggen op apegaten. Maar ze moeten wachten. Ik neem mijn tijd en ga op zoek naar de tabloids, naar de ‘boekskes’ van de vroegere tijden. Het duurt zo zijn tijd, maar uiteindelijk val ik languit op de ‘Mémoires de Jean de Dadizeele’. De man leeft tussen 1432 en 1481. Dat is het. Hier blijf ik hangen. Zijn handgeschreven getuigenissen en zijn schat aan brieven worden in 1850 door het Brugse genootschap voor de geschiedenis gepubliceerd. De man zijn antecedenten zijn veelbelovend.

Ik hunker naar nieuwe inzichten. Zal ik die hier aantreffen? De man is een kind van de Westhoek waar hij in Dadizele als Jan van Veerdeghem wordt geboren op 23 februari 1432. De Dadizelenaar schopt het tot soevereinbaljuw van Vlaanderen, hoogbaljuw van Gent, kapitein-generaal van het Vlaamse leger en kanselier van Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Oostenrijk. Wikipedia vertelt me dat hij tijdens zijn leven in Dadizele blijft wonen, meer bepaald in het kasteel Mariënstede en dat hij begraven ligt in de basiliek van het dorp. Die ‘Jean van Dadizeele’ vervang ik uiteraard door ‘Jan van Dadizele’ en eigenlijk ook een beetje door het schattige ‘Mer Jan, Heere van Dadizeele’.

Ik lees het ook zo in de titel van zijn memoires: ‘Gedenckschriften van Mer Jan, Heere van Dadizeele, dit es; een registre beghinnen maken in ’t jaer duust vier honderd ende tachtentig, aengaende Jan, Heere van Dadiselle, ruddere, te wetene; een ghedeel van zynen levene, de heerlicheden, leenen ende andere goedinghen hem toebehoorende met al datter toebehoort ende afghehouden es in leene ende in erve, ’t maechscip van zyne kinderen, coppien vanden commissien, daeraf hy de officien excerceirde, ende van vele andere lettren, mitsgaders vele andere diversche zaken etc.’

Filip van Komen en Jan van Dadizele zijn buren
Voor ik het goed en wel door heb, raak ik verzeild in het Franstalig voorwoord uit 1850. In het hinterland van de Leie ontdekken we 2 kastelen op enkele kilometer van elkaar verwijderd. Ze worden in de 15de eeuw bewoond door twee nobele ridders die binnen een tijdspanne van 13 jaar zijn geboren: Filip van Komen en Jan van Dadizele. Ze brengen allebei een flink stuk van hun leven door aan het hof van Filips de Goede en Karel de Stoute en ze raken betrokken bij de valstrikken en de gewelddaden waar de onervaren Maria van Bourgondië mee te maken krijgt. Filip van Komen en Jan van Dadizele hebben erg uiteenlopende meningen wanneer de strijd voor de opvolging losbreekt.

Filip van Komen helpt actief mee om de poten van de grafelijke stoel er af te halen. Na zijn verraad aan Karel de Stoute in 1472 heult hij verder mee met de Franse koning Lodewijk de 11de, in een poging om Vlaanderen terug bij Frankrijk te annexeren. Dit terwijl van Dadizele zich aan het hoofd van de Vlaamse steden positioneert in hun onmogelijke strijd om de macht en uiteindelijk zelf de kar gaat trekken tegen het Franse imperialisme. Zijn vroegere buur en medestander is nu zijn voornaamste tegenstander geworden. Het is eigenaardig dat alleen Filip van Komen na zijn dood een onsterfbaar aureool achterlaat en dat zijn memoires hun stek vinden tussen de literatuur van geschiedschrijvers zoals Froissart en Machiavelli in hun pogingen om deze eeuw van transitie op papier te zetten.

Een sfeertje van wraak en bloedvergieten
Van Jan van Dadizele is er na zijn dood geen sprake geweest van enige memoires. De Brugse geschiedkundige kring vindt het in 1850 best opportuun om ook zijn geschriften aan de oppervlakte van de nieuwe tijden te brengen. Van Dadizele is zeker geen groot schrijver geweest, geen literair monument zoals Filip van Komen. Zijn taal is helemaal niet zo elegant, maar wat hij neergepoot heeft, ademt een leven van loyauteit, toewijding en waarden uit. Zijn notities over de heerlijkheid van Dadizele scheppen een beeld van de feodale baronie die geprangd zit tussen de steden en hun privileges. Ze sleuren de heer van Dadizele naar het eerste plan van zijn vazallen op het slagveld van het Artesische Guinegate in 1479 en waar er afgerekend wordt met de Fransen. Enfin, tijdelijk toch.

De achtergelaten brieven van Filips de Goede en Karel de Stoute brengen ons nieuwe inzichten. De woede en de ambities van Maximiliaan van Oostenrijk en zijn echtgenote Maria van Bourgondië vermengen zich met de geschriften van de stadsbesturen van die dagen. Eén van fameuze brieven, is zeker die van 3 september 1481, waar Maximiliaan er bij Jan van Dadizele op aandringt om zich dringend bij hem te komen vervoegen. Een brief die toen al een sfeertje van wraak en bloedvergieten laat doorschemeren. Nog geen maand later wordt van Dadizele door enkele belangrijke raadgevers van Maximiliaan om het leven gebracht. De rouw in Vlaanderen is diep en gemeend. Zijn lichaam wordt onder het licht van brandende toortsen naar Gent gevoerd waar het een pompeuze en vooral eervolle uitvaart ondergaat. De schepenen, dekens en notabelen van de drie goede steden van Vlaanderen vergezellen de stoffelijke resten van de bevrijder van Vlaanderen tot aan zijn grafkelder in Dadizele.

De dag die niet op de kalender staat
In de ‘Excellente Chronyke’ lezen we dat hij vermoord werd omdat hij trouw is gebleven aan zijn prins en aan zijn land. Maximiliaan van Oostenrijk betuigt zijn medeleven. Maar is hij eerlijk? Is hij betrokken geweest bij de moord die zich te midden van zijn entourage heeft afgespeeld? De steden zijn er van overtuigd, maar er is niemand die ook maar iets kan bewijzen. Met die inleiding stappen we benieuwd en tegelijk voorzichtig in de nagelaten geschriften van Jan van Dadizele. Jan, heere van Dadiselle, wordt geboren op een dag die eigenlijk niet bestaat. Ergens tussen de 23ste en de 24ste februari van het jaar 1432, een periode van 24 uur die in de 15de eeuw telt voor schrikkeldag. Pas later zullen we om de vier jaar een 29ste dag toevoegen aan de maand februari. 29e februari van 1432 bestaat dus nog niet.

Die schrikkeldag wordt in het adembenemend Vlaams van die dagen omschreven als ‘den dach die in den calengier niet en staet, te wetene sanderdaechs naer sinte Pieters dach ende sdaechs voor sinte Mathys avent, twelke maer en gebuert te vier jaren, dat es alst scrickel jaer es.’
Jan is amper 8 jaar als zijn vader overlijdt in 1440 en hij de nieuwe heer van Dadizele wordt. In 1443 trekt hij in bij zijn leermeester Jan Pochon en ondergaat hij een vorming die hem 4 jaar in Rijsel en 2 jaar in Atrecht vasthoudt. In 1449 verhuist de jongeman van 17 naar Montigny, de heerlijkheid van Simon van Lalaing, de man die kanselier is van graaf Filips de Goede, de hertog van Bourgondië. Het is een schitterende stap voorwaarts in zijn carrière.

Many children do not manifest full motor signs that are suggestive of cerebral palsy should be order cialis deferred until the child is aged 2 years. It might cause rashes, darkening of the skin, loss of hairs, loss of the brightness of the skin and breasts, liver dysfunction, loss of appetite, and order viagra fatigue. They are just interested in ingesting all the healthful elements without risking gaining weight due to the high fat content of Acai viagra pill price berries. ED patients need to be careful when treating their erection issues with Kamagra tablets. levitra online

Vooral met de wetenschap in het achterhoofd dat die Simon van Lalaing de kapitein is van het kasteel en de haven van Sluis, de stad van Oudenaarde, admiraal ter zee en dat de man geldt als de commissaris die verantwoordelijk is voor het vernieuwen van de wetgevingen in de Vlaamse steden. De teksten lezen zoals een dagboek. Een chronologische lijst van gebeurtenissen. Hij wordt in het bad van de Gentse opstand geworpen waarbij de kleine neringen het opnemen tegen de graaf. Vooral rond Gavere gaat het er hevig aan toe. De waslijst begint in 1452 met het beleg van Oudenaarde. Jan van Dadizele is duidelijk van de partij als de grafelijke troepen in actie schieten tegen de Gentenaars in Rupelmonde en in Hulst.

Het huwelijk van Katheline Breydel
De kastelen van Schenderbeke, Poeke en Gavere worden heroverd. De 23ste mei van het jaar 1453 maken ze een einde aan het verzet van die van Gent en wordt er een vredesakkoord ondertekend. ‘In septembre anno 1453 beghonste men spreken van den huwelicke tusschen hem ende Katheline Breydel.’ Maar de tijd om te trouwen met de achterachterkleindochter van Jan Breydel is nog niet aangebroken. Eerst staan er nog jaren gevuld met reizen naar Frankfurt, Straatsburg en de Bourgogne op het programma. Pas in de wedemaand, in de zomer van 1455, is het zover. ‘Thuwelic was ghesloten den xxiij van wedemaand (juni), te Brugghe, daer zy ondertrauwe daden ende trauweden in den xxix van den hooymaent te Dadiselle.’

Na zijn huwelijk blijft het koppel nog 6 jaar wonen bij zijn meester Simon van Lalaing en blijft hij zijn dienaar tot aan diens dood. In die periode verwekken ze drie kinderen. Er is sprake van het toekennen van enkele privileges rond een weekmarkt in Dadizele en voor de handboogschuttersgilde in 1463. De 2de mei van 1465 treedt Jan van Dadizele in dienst bij Karel van Bourgogne, bij ons beter bekend als Karel de Stoute, die op dat moment klaargestoomd wordt om zijn vader als graaf van Vlaanderen op te volgen. Het brengt hem op een reeks slagvelden in Frankrijk, Luik en Dinant waar het conflicten regent met de Fransen als tegenpartij, maar waar zijn ‘patron’ telkens aan het langste eind trekt. In 1467 sterft Filips de Goede en wordt Karel de nieuwe graaf van Vlaanderen. ‘Hy dede zyn eerste incomen als grave van Vlaendre binnen zynder stede van Ghent, den 28ste dach van juni.’ En daarna volgt weer een ellenlange lijst van wapenfeiten die zich vooral concentreren op die van ‘Ludike’.

Het wagentje van Joost van Lalaing
Jan van Dadizele koppelt de hele tijd zijn wagentje aan dat van Joos van Lalaing, de zoon van zijn vroegere meester. En dat levert hem geen windeieren op. Terwijl Joos aangesteld wordt als soevereinbaljuw van Vlaanderen, schopt hij het nu zelf al tot ‘stedehouder generael’ in opdracht van Lalaing. In mensentaal komt het er op neer dat ze samen zowat de twee hoogste posities in Vlaanderen in handen krijgen. Enfin, na die van de graaf-hertog wel te verstaan. In diezelfde periode, in 1472 om precies te zijn, keert zijn buurman Filip van Komen zijn kar aan het hof van Karel de Stoute en wordt hij adviseur van de Franse koning Lodewijk XI. Van nu af aan zullen Jan van Dadizele en Filip van Komen elkaars vijanden worden.

De leemte die Filip achterlaat, speelt ongetwijfeld in het voordeel van de Dadizelenaar. Het gaat in elk geval erg snel voor onze Jan. In 1477 sneuvelt de graaf tijdens een veldslag in Nancy. Joos zelf wordt na de ‘bataille’ gevangen gezet en zo schopt Jan van Dadizelenaar het nu tot soevereinbaljuw van Vlaanderen en wat later eveneens tot hoogbaljuw van Gent.

‘Metten overlidene van den hertoghe Karel wart Maria zyne eeneghe dochtere erfachtich hertoghinne en graefnede van Vlandre’. De 20-jarige Maria van Bourgondië dus. De enige dochter van de gesneuvelde Karel de Stoute krijgt Vlaanderen, Artesië en nog heel veel meer in haar schoot geworpen. Of we van een geschenk kunnen spreken, is zeer de vraag. Het weerbarstige volk van de gebieden die tientallen jaren met ijzeren hand en met repressief geweld door haar grootvader en vader werd samen gehouden, moet ongetwijfeld een zucht van verlichting slaken bij de dood van Karel de Stoute. De tijd om af te rekenen met het verleden is aangebroken.

De nieuwe gravin verblijft in Gent met haar stiefmoeder Margaretha van York en een handvol getrouwen. En dat is het zowat. Veel van al dat Bourgondisch prestige lijkt er niet meer overgebleven. De Staten-Generaal profiteert uiteraard onmiddellijk van de situatie om de puntjes op de ‘i’ te plaatsen. Het is een tijdelijke toestand. Uiteindelijk zal blijken dat de Bourgondische achterban zich als een hecht blok achter hun gravin zal scharen en dat ook Vlaanderen zich, na de nodige toezeggingen van Maria, zal ontpoppen tot een erg toegewijde partner.

De blijde intrede van Maria gebeurt in mineur
Jan van Dadizele moet zich tijdens die beginperiode van het bestuur van Maria van Bourgondië in een erg delicate positie bevinden. In het gezelschap van zijn nieuwe bazin staan er ‘blijde’ intredes op het programma in de rumoerige steden van Gent, Brugge, Vilvoorde, Leuven, Ieper en in ‘Brussele dewile dat tghemeente in elcke stede inne de wapene up de maerckt stonde’. De gilden hebben er al van geprofiteerd om zich onder andere meester te maken van Brugge en Ieper. Inderdaad. Veel plezier kunnen de hulpeloze Maria van Bourgondië en Jan van Dadizele onmogelijk beleven bij hun intredes. De spanning is te snijden.

Alles heeft te maken met de bijzonder hardhandige aanpak van de steden en vooral van de stad van Gent door wijlen haar vader en zijn hardvochtige adviseurs. De slag van Gavere van 1453 ligt duidelijk nog op de magen. En dan hebben ze het natuurlijk over het zo omstreden calfvel van 1469. Een aanslag op de stadsfinanciën is het geweest. Er vallen nog heel wat eitjes te pellen. Eén van de hoofdfiguren van die dagen is ongetwijfeld kanselier Willem Hugonet geweest, en met die man en zijn achterban willen de ‘Goede Steden van Vlaanderen’ nu wel eens afrekenen vooraleer er van enige liefde voor de nieuwe gravin sprake kan zijn.

De andere boosdoeners zijn onder andere Guy van Brimeu en Jan van Melle. Ze zijn allemaal opgepakt en de Gentse vierschaar wil de mannen berechten omdat ze de stedelijke privileges op hardhandige wijze met de voeten zijn getreden. Achter de schermen stookt de Franse koning Lodewijk de 11de de Gentenaars op in een poging om de positie van de Bourgondiërs te ondergraven en de entourage van de gravin te liquideren.

Macht en geld in ruil voor gunsten
Dat het er bitsig aan toe gaat, lezen we ook bij Jan van Dadizele: ‘Sdonderdaechs voor de goede weke trac tghemeente van Ghendt ghewapent ende met banieren up de Vridach maerckt daer zy bleven tot wittedonderdaghe.’ Een hele week blijven ze paraat. En de gravin maar bidden en smeken dat haar vaders trouwe medewerkers gespaard zouden mogen worden. Veel mag het allemaal niet baten. We beleven de gebeurtenissen online: ‘Smaendaechs inne de goede weke trac de hertoghinne Marie up tooghuus omme te doen biddene dat de drie voorseyde ghevangene zouden moghen geslaeckt zyn.’ Veel effect hebben haar smeekbeden niet: ‘up den wittedonderdach worden de rudders onthooft up een scafhaut up de Vridach maerckt.’

Ze worden in de dood vergezeld door zes Gentse schepenen die de euvele moed hebben gehad om hun goedkeuring te geven aan het gehate calfvel. Op paasavond 10 april van 1477 verlaat de gravin Gent, in het gezelschap van Jan van Dadizele, en trekt ze via Ursel naar Brugge om haar ‘blyde incommen’ te doen. Maar ook hier staan de ambachtslieden gewapend en zwaaien ze met hun banieren op de markt. De onvrede heeft vooral te maken met de privileges die Maria van de Staten-Generaal van Vlaanderen heeft verkregen bij haar aantreden als gravin in Vlaanderen. Macht en geld in ruil voor gunsten zeg maar.

Maria heeft moeten plooien en Gent is weer in het bezit gekomen van zijn vroegere rechten. De Bruggelingen voelen zich ietwat verweesd dat de Staten-Generaal en Gent de gravin al zo ver heeft gekregen. Hun stad heeft de voorbije decennia alle macht verloren over zijn buitengebieden. Het Brugse Vrije is van de stad Brugge en kan niet op zichzelf blijven bestaan. De voorliefde van de Bourgondische hertogen voor Sluis heeft Brugge tientallen jaren in een dwingend korset geplaatst. Als Maria van Bourgondië enige zeggenschap wil hebben over Vlaanderen, dan moeten al die maatregelen ongedaan gemaakt worden.

Dit is een fragment uit deel 5 van De Kronieken van de Westhoek – lees verder op http://www.dekronieken.com/P1481100.html

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

No Comments

No comments yet. You should be kind and add one!

Leave a Reply

You can use these tags:   <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>